De laatste werkweek.

6 januari 2013 - Akim Oda, Ghana

Maadwo everybody!

Ditmaal niet vanuit een traag internetcafé tussen de naar weinig verhullende foto’s kijkende jongemannen, maar vanuit Anzegem city, met een dikke sjaal en een warme chocomelk voor de computer. Ondertussen ben ik al een week terug uit Ghana, maar aangezien ik alweer helemaal ondergedompeld werd in het drukke en gejaagde Belgische leven, heb ik nu pas de tijd gevonden om een nieuw verslagje op mijn blog te plaatsen. Het is er eentje van mijn laatste werkweek, tot en met 19 december. Ik tracht zo snel mogelijk ook de laatste 10 dagen uit te schrijven en  foto’s te uploaden. Hier gaan we weer…

Maandag 17 december

Goodmorning Ghana! Het besef dat er nog maar 3 dagen meer te werken zijn en ik nog maar 2 weken meer heb op Afrikaanse bodem, doen me vol energie opstaan. Nog 3 dagen dus om er op het werk zoveel mogelijk trachten uit te halen en  zoveel mogelijk nuttige en kleine duurzame veranderingen trachten te verwezenlijken. Jammer genoeg werd mijn energie niet gedeeld door Lad en de andere fysio-assistenten en bleven pogingen om hen nog een aantal zaken aan te leren weer onbeantwoord. Daarop heb ik dan maar de patiënten gebombardeerd met informatie en de therapieplannen die aan de muur hangen, uitgelegd zodat ze zelf oefeningen kunnen doen en weten waarop ze daarbij moeten letten. Wanneer ik vertel dat het mijn laatste dagen in het ziekenhuis zijn, reageren veel patiënten ontgoocheld. Velen waren al ontevreden over de inzet en hulp van de fysio-assistenten daar, maar nu ze ervaren hebben wat echte kinesitherapie zou moeten zijn, is dit nog groter geworden. Ze zeggen me dan ook dat – in lijn met de geneeskunde en ziekenhuizen in Ghana in het algemeen - de fysio-assistenten vaak lui en traag zijn en hen niet willen helpen. Ik hoop dan ook dat de patiënten op hun strepen staan en de fysio-assistenten ook eens op hun plichten wijzen. Ik heb veel technieken vaak genoeg getoond en heel wat informatie op papier gegeven die ze kunnen raadplegen, zodat men – ondanks – de weinige oefeningen toch in staat zou moeten zijn om enkele basistechnieken uit te voeren en een aantal oefeningen te geven. Een aantal patiënten bedankten me vandaag met een knuffel, wat ik, gezien de dankbaarheid of waardering voor mijn werk toch vaak ver te zoeken is, toch wel sterk apprecieerde. Verder kwamen er vandaag 4 baby’s langs en brachten we opnieuw een bezoek aan de ‘male ward’. Dit houdt in dat we eerst zo traag mogelijk, zodat iedereen de ‘dokter’ gezien heeft, en met ons hoofd een beetje naar boven gericht naar de krakkemikkige zaal lopen waar de mannelijke patiënten liggen. Dit zou één van de betere ziekenhuizen in Ghana moeten zijn, maar de gammele bedden, half verteerde gordijnen en penetrerende geur in de zaal laten toch iets anders zien. Eens daar gaan we naar het bureautje van de hoofdverpleegkundige (inclusief ouderwets verpleegkapje), die ons vervolgens het dossier geeft en begeleidt naar de juiste patiënt. Daar wordt eerst de patiënt volledig genegeerd en even gepraat met een familielid, waarna een onderzoek van 1 minuut uitgevoerd wordt bestaande uit de vraag om de armen en benen op te heffen, samengaand met de vraag aan welke kant de problemen zijn (alsof ze dat niet kunnen zien). Bij deze beroertepatiënt was er een redelijk goede recuperatie en de patiënt was zelf ook gemotiveerd om oefeningen te doen en te proberen om te stappen, maar aangezien dit voor de ‘dokter’ en zijn assistent te lastig zou kunnen worden, werd maar gauw gezegd dat hij het de eerste weken rustig aan moest doen en zich niet teveel mocht vermoeien en dat rechtstaan dus nog te vroeg is. Bullshit ten voordele van hun luiheid natuurlijk! Net zoals bij de ernstig fysiek beperkte patiënt met suikerziekte die een suikerdip krijgt. Vandaag wilden we proberen om de patiënt te laten stappen, maar hoewel hij speciaal vroeg met een taxi van 4 dorpen verder was gekomen en er met een beetje eten weer snel bovenop geweest zou zijn, werd de therapie na 5 minuten afgeblazen. Officieel wegens de suikerdiep, officieus wegens de energie-vragende ondersteuning die de patiënt nodig had.

Alle patiënten kwamen vroeg waardoor ze rond 13u45 uur al allemaal weg waren en ik even aan mijn plan om als kerstmiscadeau voor mijn gastgezin en de familie van de dokter, een samengestelde foto te geven, kon verder werken. Ook ben ik heel wat foto’s van mensen in de gemeenschap in de juiste afmetingen in inches aan het zetten, zodat ik ze kan printen. Lang leve photoshop! Op het einde van de dag kwam de personeelschef nog even langs om te discussiëren over de aankoop van een hometrainer. Deze zal opgenomen worden in de begroting voor volgend jaar en ik ben dus blij dat ik daar geen geld aan besteed heb, ook al zal het naar Afrikaanse normen waarschijnlijk nog even duren voor die daar arriveert. Verder had ik met de personeelschef ook een babbel over Ghana en zijn gezondheidszorg. Hierbij heb ik toch nog eens weinig subtiel laten weten dat ik vind dat het werktempo toch wat naar omhoog zou moeten, men meer vooruitziend zou moeten zijn en er meer opleidingen én bijhorende controles van de werkprestaties zouden moeten zijn. Dit zodat de kwaliteit van de zorg, die nu nog veel te laag ligt tegenover de vergoedingen, omhoog gaat. Waarschijnlijk was het het ene oor in en het andere weer uit, maar ik was het toch nog eens kwijt… Ik ronde de dag af met het nemen van een foto van het fysio-team, die ik hen dan de laatste dag cadeau wilde doen.

Wanneer ik rond 14u40 in alle geheim naar de fotostudio wou vertrekken, stond patiënte Beatrice er plots. Blijkbaar had ze stof gekocht en wilde ze me meenemen naar een kleermaakster om een traditioneel kleed te laten maken. Wanneer we aankomen bij de kleermaakster begint die mij meteen van kop tot teen te meten. Ze neemt meer dan 10 maten na elkaar, maar schrijft ze pas op als we vertrekken. Als dat maar goed komt! Beatrice doet de kleermaakster in het Twi een hele uitleg over hoe het kleed er moet uitzien, maar ik blijf in het ongewisse. Waarschijnlijk wordt het er weer eentje om vooral in de kast te hangen, maar ik ben benieuwd. Het enigste dat ik weet is dat er een soort broche zal komen op de rechter schouder, omdat ik die schouder behandeld heb.

Nadat ik mijn gastgezinmoeder gebeld had om te zeggen dat ik later zou zijn omdat een patiënt me meegenomen had naar de kleermaakster, ging ik snel naar de fotostudio. Daar bleek dat men onmiddellijk de foto’s kon afmaken. Vervelend genoeg konden de bestandsindelingen van mijn photoshop-compilaties niet gelezen worden door hun computers, maar ik hoop er iets op te vinden. Na 30 minuten, die geëntertaind waren door 3 verlegen jongens die met mij wilden trouwen, waren de 30 kleine foto’s voor mensen in de gemeenschap en de grote foto voor de fysiotherapie-afdeling klaar. Toch één ding in Afrika dat blijkbaar snel gaat. De kwaliteit is echter wel niet zo om van te boffen, maar het kan erdoor.

Aangezien het ondertussen al 17u15 geworden was, mijn gastgezinmoeder die altijd alles wil weten niets van de verrassing mocht weten én we mijn haar in vlechtjes wilden gaan leggen om een echte obibini (zwart persoon) te worden, haastte ik me vervolgens naar huis. Vandaag is de eerste dag van de vakantie en dat is eraan te merken. Veel kinderen hangen maar wat rond op straat. De verveling is groot, maar wanneer er dan plots een obruni passeert, zorgt dat uiteraard voor heel wat enthousiasme. Al gauw heb ik dan ook een steeds aangroeiende meute kinderen achter me aanlopen. Wanneer ik hen al wandelend wat entertain met Twi-gepraat en high-fives, weerklinkt luid gejoel. Aangezien Akua al van ver het obruni-gejuig gehoord had, stond ze me (en mijn ongeveer 30 kinderen) kwaad op te wachten. “De tijd die ons samen rest is al zo kort en dan ga je nog eens met iemand anders naar de kleermaakster.” Jah, sorry…

De kapster’ blijkt bij familie te zijn, waardoor de vlechtjes niet voor vandaag zullen zijn. Dan maar rustig in het huis zitten kletsen met Akua, foto’s getoond van het voorbije weekend en gebabysit op Akosua.

Na het eten kijken we weer even naar een ‘topfilm’ in het Twi. Een modern ‘Romeo en Julia’ verhaal, waar de strijd tussen de families niet gebaseerd is op een klasseverschil, maar op te grote of te kleine tanden. Waar halen ze dat toch? Erna doen we weer onze dagelijkse avondwandeling langs familie en vrienden in de straat, waarbij Akua kokontey, een gerecht met gestampte gekookte ‘plantain’, koopt. Als ze zelf gekookt heeft, kan ze dat eten naar eigen zeggen zelf niet opeten (in sommige gevallen niet onbegrijpelijk ;-)), dus eet ze telkens net voor ze gaat slapen rond 22u30. Na de massage kroop ik rond 23 uur in mijn bed om daar nog 2,5 uren te schrijven en op mijn laptop het probleem met de foto’s trachten op te lossen. Geeeuw!

Dinsdag 18 december

De voorlaatste werkdag en ik ben er eerlijk gezegd niet zo rouwig om. Naast de luiheid van de assistenten blijken ze ook niet verlegen om mij constant om zaken te vragen. Omdat het morgen de laatste dag is, proberen ze me nog zoveel mogelijk te ontfutselen. Mag ik dit, mag ik dat,… Ik zeg hen dat ik ook nog kleren enzo nodig heb als ik in België ben, maar aangezien ze, ondanks mijn vele pogingen om het tot hun verstand te brengen, nog steeds denken dat ik het geld in België zomaar voor het grijpen heb, bots ik op veel onbegrip. Ook maak ik nog eens duidelijk dat ik het meer geapprecieerd zou hebben als ze de voorbije weken wat meer inzet getoond hadden en dat ik nu dus iets teveel ontgoocheld ben om hen veel dingen te geven. Voor wat, hoort wat… Het enigste dat ik hen - als statement - misschien nog zou willen geven is het kaartspel dat ik meegebracht heb. Perfect tijdverdrijf voor de 4 assistenten als ze zich ondanks het vele werk aan het vervelen zijn. ;-) Kunnen ze de grijze hersenmassa toch een beetje aan het werk zetten.

De wandelingetjes naar het werk beginnen steeds langer en langer te duren, aangezien iedereen me niet langer ziet als een toevallige blanke passant maar een echte vriend waartegen ze van alles willen vertellen. Maar het is plezant! Ik zal de aandacht missen als ik terug in het koude, grijze en als we eerlijk zijn toch ook vaak individualistische België ben. Roep dus gerust nog eens obruni als je mij ziet. ;-) Wanneer ik bijna aan het ziekenhuis ben, passeert er een auto waaruit een man in traditionele moslimkledij goedemorgen roept. Ik zeg ‘maache’ terug en al vlug geraken we aan de praat. Wanneer ik zeg dat ik toch moet doorgaan want dat ik anders te laat in het ziekenhuis zal zijn, stelt hij voor me een lift te geven. Ik weet dat het eigenlijk dom is om zomaar in een auto te stappen na mijn poging-tot-kidnap-ervaring, maar mijn mensenkennis liet me deze keer niet in de steek en hij bracht me zonder enige wederdienst veilig naar het ziekenhuis. Hij bleek een imam en we hadden een plezante en interessante babbel over hoe de verschillende godsdiensten hier vredevol samenleven. Wanneer ik wou uitstappen bleef hij wel aandringen om nog eens met hem op stap te gaan en gaf hij me zijn gsm-nummer, maar gelukkig kon ik hem verder afhouden. Nee leren zeggen is toch iets wat ik hier geleerd heb.

Op het werk werd het - voor mij althans - opnieuw een drukke dag. Terwijl er de eerste dagen telkens rond de 20 patiënten waren, zitten we nu bijna rond de 35-40 patiënten per dag. De mond aan mond reclame omtrent de aanwezigheid van een blanke op de fysiotherapie-afdeling heeft blijkbaar zijn werk gedaan. Ik behandelde de ene patiënt na de andere en telkens ik het gordijntje opendeed zag ik de wachtrij aangroeien. Dit terwijl de anderen maar wat lagen te slapen. De eerste patiënt van de dag was meteen een voltreffer. Klachten: pijn in de rechterschouder, linkerschouder, rechterhand, linkerelleboog, rechterbeen, linkerbeen, rechtervoet, nek, bovenrug, onderrug,... Het was alsof ik een muziekinstrument bespeelde. Telkens ik een ander lichaamsdeel aanraakte, kwamen er ook andere geluiden naar boven. Oe, aa, pff, sss, ooo, iiee, mm.. Alle klinkers en medeklinkers passeerden de revue. Er kwamen ook weer enkele speciale gevallen langs. Zo was er een vrouw met een mannenstem en een snor en een zuster met een geluxeerde pols (een pols ‘uit de kom’), waar niets aan gedaan was. Daarnaast kwam er ook een patiënte met rugpijn, waarbij ik plots een gigantische bult op haar heupen voelde. Wanneer ik stomweg vroeg of ze iets aan haar heupen had, bleek dat het ging om een stoffen achterwerkvergroter die wat verschoven was.  ;-) Verder probeerde ik vooral weer de patiënten de therapieplannen uit te leggen en hen een beetje op te steken om meer oefeningen en inbreng van de fysio-assistenten te eisen. Dit werkte vooral bij de patiënten met ernstigere beperkingen maar helaas was niet iedereen zo enthousiast. Vooral bij de rijkere patiënten met minder ernstige klachten is de dankbaarheid vaak ver te zoeken en wil men enkel gemasseerd worden en geen oefeningen doen. Bij enkele weinig spraakzame en ondankbare patiënten voelde ik me dan ook een beetje hun slaafje en weinig gewaardeerd. Je oogst wat je zaait en als zij mij zo weinig respectvol behandelden, deed ik ook niet teveel moeite meer. Gelukkig beurde de laatste patiënt mijn dag toch weer op door me een blijk van waardering te geven aan de hand van een stof die ze voor mij gekocht had. Wanneer rond 14:15 uur dan die laatste patiënt vertrekt, vind ik dat ik genoeg gewerkt heb en beslis ik ervandoor te gaan want deze namiddag stond er nog een uitstapje naar de grootste boom van West-Afrika op het programma. Ik passeer nog even aan de fotostudio om een nieuwe lading foto’s te laten afdrukken en ga dan naar de markt waar Akua op het kraampje van haar man lette, terwijl hij inkopen was gaan doen in de hoofdstad.

Toen ik daar toekwam zei Akua dat haar man elk moment kon komen, maar na 2,5 uren was er nog altijd niemand te bespeuren. De ‘big tree’ konden we dus wel weer vergeten voor vandaag, maar zo konden we wel eens zelf ondervinden hoe het voelt om op de markt te staan. In het kraampje worden uiteenlopende zaken verkocht: van schoenpoets, over schoolboeken en schrijfgerei tot hangsloten. Ik kreeg al snel Akosua toegestopt en werd benoemd tot kassierster. Aangezien er nergens een vaste prijs opstaat voerde Akua de onderhandelingen en ontving ik, na controle van Akua, het geld. Hoewel er honderden mensen en daarmee ook de hele voedseldriehoek op de hoofden passeren, heeft er het eerste anderhalf uur slechts 2 personen iets gekocht. Gelukkig zorgt de aanwezigheid van een obruni altijd voor veel aandacht en animatie zodat ik een heleboel plezante ontmoetingen had waaronder 5 huwelijksaanzoeken (die Akua dan nog stimuleerde door hen mijn Ghanees nummer te geven & me voor te stellen aan hun ouders), een aantal mensen die dachten dat Akosua mijn baby was en een aantal patiënten van het ziekenhuis die toevallig passeerden. Ook Akosua zorgde voor wat verstrooiing door de gekste gezichten te trekken toen we haar een zonnebril opzetten en haar darmen te ledigen en er daarbij in te slagen de uitwerpselen tot buiten haar pamper te verspreiden. Hoewel het eigenlijk totaal niet zo grappig was, raakten ik en Akua, zonder duidelijke reden tijdens het verversen in een slappe lach, waar we maar moeilijk uitgeraakten. Na anderhalf uur zegt Akua dat ze wat inkopen gaat doen en dat ik maar alleen op de winkel moet passen en haar moet bellen als er een probleem is. Na nog geen 5 minuten komt er iemand om schoenpoets te kopen. Gelukkig had er daarvoor ook iemand dezelfde schoenpoets willen kopen zodat ik de prijs wist waaraan Akua ze wilde verkopen en na wat onderhandelen was het in orde. Ik begin nog een echte te worden! ;-) Zo heb ik daar dan een groot uur alleen marktkramer geweest. Best grappig! Wanneer Akua terugkwam had ze een pindanoten-koekje mee, dat heerlijk smaakte en verplichte ze me een hele zak pindanoten, die niet zo heerlijk smaakten en waarschijnlijk ook niet echt meer eetbaar waren, op te eten. Rond 17u30 vond Akua dan dat het genoeg geweest was voor die dag en belde ze iemand anders op om onze plaats over te nemen. We doorliepen nog even de markt om ‘overheerlijke’, onder de vliegen bedolven, gedroogde vissen te gaan kopen voor het avondeten. Verder gingen we ook haar kopen voor mijn obibini-‘look’ met vlechtjes. Er was maar 1 kleur die een beetje bij mijn haarkleur aansloot dus ik ben benieuwd. Als dat maar op iets zal trekken!

Terwijl we het eten aan het bereiden waren, deden Akua en ik Celine Dion en Michael Jackson alle eer aan met onze gezangen. Sfeervol moment! Ook ’s avonds, toen we onze avondwandeling deden, hebben we heel wat afgezongen. Ondanks het commanderen en de vaak gebrekkige communicatie geniet ik mateloos van het eenvoudige Ghanese dagelijkse leven in de gemeenschap. Donderdag vertrek ik alleen naar het noorden voor 4,5 dagen en ik weet nu al dat ik het contact met iedereen in de straat in die periode echt zal missen. Net als we water willen gaan halen om ons te wassen, komt er een jongeman en blijkbaar ook één van mijn toekomstige echtgenoten, het huis binnengelopen. Zijn moeder had hem verteld dat er een knappe obruni bij Akua verbleef en dat hij zijn kans moest wagen en daar stond hij dan verlegen te wezen. Veel verder dan wat kennismakingsvragen kwam hij niet en aangezien mijn interesse in hem ook beperkt was, was het gesprek dan ook snel afgerond. Hij zal toch meer uit de kast moeten halen om mij te imponeren. ;-)

Voor ik in mijn bed kroop, werkte ik nog even 2 affiches rond overgewicht en beroertes af, om morgen af te printen en rond te hangen in het ziekenhuis. Rond 23 uur kroop ik dan bekaf maar voldaan onder mijn muskietennet.

Woensdag 19 december

De laatste werkdag, woehoe! Goedgeluimd en energiek staan we iets vroeger dan normaal op om op de revalidatieafdeling van het ziekenhuis nog een laatste keer alles van onszelf te geven. Ik passeer eerst langs een winkeltje met een kopieerapparaat waar ik enkele zelfgemaakte affiches rond overgewicht en beroertes afprint en koop daarna wat koekjes voor de collega’s en twee 650ml-flessen Stone, een populair plaatselijk bier, voor Charles en Beatrice.

Wanneer ik toekom vliegen Esther en Lad me meteen om mijn nek en zeggen ze dat ze me gaan missen. Of het gemeend is of gewoon een allerlaatste poging om toch nog enkele materiële zaken van mij te ontfutselen laat ik in het midden, maar deugd deed het wel. Aangezien de eerste patiënten op zich laten wachten en het hele fysio-team tesamen staat, beslis ik al onmiddellijk de foto’s te geven die ik van het team gemaakt had. Het blijkt een schot in de roos en de foto krijgt onmiddellijk een mooie plaats centraal in het onthaal.

Terwijl we toch bezig zijn met uithangen, haal ik dan ook maar de affiches uit. Enkele worden uitgehangen in de oefen- en therapiezaal en wanneer we naar de ziekenzaal gaan om een patiënt te behandelen, hangen we onderweg ook nog enkele affiches uit op centrale plaatsen. Of het veel zal uitmaken weet ik niet, maar ik wil de bezoekers van het ziekenhuis toch ten minste de kans geven op toegang tot correcte informatie omtrent beroertes en overgewicht.

Het werd een relatief rustige laatste dag. Het enigste merkwaardige feit van de dag was de komst van een patiënt met een gecompliceerde breuk door een verkeersongeval , die perse wilde dat ik met haar dokter uit een ander ziekenhuis sprak. Nog voor ik het goed en wel besefte duwde ze haar gsm in mijn handen nadat ze tegen de dokter aan de andere kant van de lijn zei dat ze een ‘physiotherapy professional’ van België wilde doorgeven. Door mijn telefoneerfobie en moeilijk begrip van hun Engels accent sloeg de schrik me toch even om het hart, maar al snel probeerde ik dan maar die ‘professional’ diep in mij naar boven te laten komen. Net zoals de dokter wist ik ook niet wat ze juist wilde bekomen door ons in gesprek te laten gaan. Ik begon dan maar wat vragen te stellen over de breuk en de operatie die ze gedaan hadden en stelde wat mobilisatietechnieken en oefeningen voor. De dokter zei dat het allemaal goed was wat ik zou doen en wou daarna alles van me weten. “Waar kom je vandaan, waar gestudeerd, hoe lang gestudeerd, waarom ben je in Ghana, waarom in Akim Oda, hoe oud,…?” Na een dikke 10 minuten kon ik dan eindelijk het gesprek afronden door te zeggen dat ik nog veel werk te doen had.

Rond 14 uur stond Beatrice op de fysiotherapie-afdeling om me te komen halen om samen naar de kleermaakster te gaan. Hoewel het nog geen kilometer wandelen was, had ze speciaal een taxi gebeld om ons tot daar te brengen. Eens we daar aangekomen waren, bleek het kleed nog niet klaar te zijn en werd afgesproken dat ik er de dag erna vroeg in de ochtend alleen zou omkomen. We keerden terug naar het ziekenhuis waar ik afscheid nam van de collega’s en we in het bureau van Charles gezellig de ‘Stones’ opdronken. We praatten nog even over de werklust en ik uitte toch nog even subtiel mijn ongenoegen aan Charles. Wanneer ik zei dat ik toch gehoopt had op wat meer leergierigheid zei hij dat hij en de fysio-assistenten wel veel geleerd hadden van mij en dat hij heel tevreden was over mijn inbreng.  Hij zei ook dat hij de voorbije 2 maanden de kinesitherapie-afdeling aan mij had overgelaten zodat hij iets meer kon uitrusten van het vele werk. Dat hij niet veel uitstak was inderdaad wel duidelijk, maar ik denk nu ook niet dat hij anders veel meer werk verzet. Zonder ook maar een simpele dank u wel gekregen te hebben, zeg ik dan ook Charles tot ziens.

Samen met Beatrice wandel ik naar buiten en wanneer ik langs bewaker Erik passeer, zegt die dat ik voor mijn laatste dag toch even de directeur van het ziekenhuis moet gaan begroeten. Samen gaan Beatrice en ik naar binnen in zijn bureau en wanneer ik hem zeg dat het mijn laatste dag was als vrijwilliger op de fysiotherapie-afdeling valt hij helemaal uit de lucht. “Ik wist niet dat er een vrijwilliger was.” Daarna vraagt hij me hoe het verlopen is. Aangezien ik al een beetje ontgoocheld was omdat ik zelfs geen dank u wel gekregen had en hij blijkbaar zelfs niet wist dat ik er was, heb ik dan maar beleefd maar kordaat mijn mening en frustraties geuit. Ik zei dat de inzet, werklust, motivatie en ambities om zichzelf te ontplooien en telkens te streven naar kwalitatieve gezondheidszorg en de beste behandeling toch vaak ver te zoeken is. Dat men voor het loon dat maandelijks uitbetaald wordt ook wat inzet en professionele vaardigheden mag verwachten en op dat vlak de geleverde prestaties ook wat meer gecontroleerd zouden mogen worden. Verder gaf ik hem nog de suggestie om de fysio-assistenten toch regelmatig wat leermogelijkheden of bijscholingen te geven, zodat ze beetje bij beetje toch ten minste de basisprincipes van de kinesitherapie onder de knie hebben en kunnen overbrengen naar de patiënten. Ik sloot af met de melding dat goede gezondheidszorg van levensbelang is en een grote waarde heeft voor een gemeenschap en dat hij als directeur van een overheidsziekenhuis een grote verantwoordelijkheid draagt en dé persoon is  om de gezondheidszorg daar een niveau hoger te krijgen en zo voor heel veel mensen veel kan betekenen. Ik zei dat ik begrijp dat het allemaal niet zo eenvoudig is, maar dat ik hoop dat hij vanuit zijn positie toch zijn uiterste best zal doen en dat God hem daar dan zeker voor zal belonen. Dat laatste floepte eruit voor ik er zelf erg in had, maar het zette mijn boodschap toch wat kracht bij. De directeur zat tijdens mijn explicatie maar een beetje verdwaasd naar mij te kijken en wanneer ik gedaan was zei hij enkel dat hij zijn best zal doen en hoopt mij nog eens te ontmoeten in Ghana. Ik hoop dat er toch iets van mijn boodschap blijven hangen is, maar hoogstwaarschijnlijk zal hij gewoon doorgaan met hele dagen naar de radio te luisteren en de hoge piet uit te hangen, in plaats van te werken aan verbetering.

Hierbij aansluitend wil ik ook wel nog even verduidelijken dat ik niet wil zeggen dat Afrikanen lui zijn. Die veralgemening wil ik zeker niet maken of stimuleren. Het is inderdaad een feit dat de algemene cultuur en mentaliteit er vaak één van dag tot dag is en dat men vaak wat kortzichtig is en niet voldoende vooruit kijkt en naar iets toewerkt (iets wat wij dan misschien iets teveel doen, waarbij we vergeten te genieten van het moment zelf en te carrièregericht en individualistisch worden). Ik denk dat er in een land als Ghana vooral een onderscheid moet gemaakt worden tussen de hogere klasse die ‘het al wat gemaakt heeft’ en bijvoorbeeld een vast inkomen heeft en de armere klasse, die elke dag hard moet zwoegen om geld te verdienen en eten op tafel te krijgen. In landen met oorlog of grootschalige voedselschaarste en droogte is dat dan nog iets anders. Daar zijn ze niet in de mogelijkheid om ver vooruit te kijken, want hun nabije toekomst is in gevaar en iedere dag is een gevecht om in leven te blijven. Ik weet dat hierover veel geschreven en gediscussieerd kan worden, maar ik zal later, wanneer alles wat bezonken is en ik er vanuit verschillende standpunten goed over nagedacht heb, mijn inzichten en visie hieromtrent eens duidelijker beschrijven. Weer over naar mijn belevenissen in Ghana dus.

Na mijn uitlatingen bij de directeur neem ik samen met Beatrice een taxi naar het centrum van Akim Oda, waar we hartelijk afscheid nemen en ik naar de fotostudio ga om de foto’s af te halen. De compilaties zijn goed gelukt en in de winkel ernaast laat ik ze inkaderen. Wanneer een aantal mensen over mijn schouder meekijken naar de foto’s ontstaat plots heel veel interesse en lijken ze allemaal onder de indruk.” Waaauw, prachtig, hoe maak je dat? Kan je dat ook voor mij doen? Prachtige kleurencombinaties en fijn werk met oog voor detail!” De foto’s van 12 x 16 inches (ik denk ongeveer 30 x 40 cm) worden zorgvuldig in de kader geplaatst en ik ben best wel trots op het resultaat. Als ik ooit zonder job geraak in België, dan kan ik hier misschien nog een tweede carrière beginnen als fotograaf en bewerker van foto’s aan de hand van photoshop. ;-) Aangezien het ondertussen al 17 uur was en we nog gepland hadden om ’s avonds mijn haar in te vlechten, haastte ik me snel met mijn kaders naar huis. Hoewel snel, de route naar huis is opnieuw bezaaid met enthousiaste kinderen en wanneer één kind naar me toe komt gelopen om me een knuffel te geven en ik haar (na mijn kader neergezet te hebben) vastneem en in de lucht zwier, is het de aanzet voor alle kinderen om me als klimtoestel te gebruiken. Uiteindelijk bereik ik het huis, waar me een volgende uitdaging wacht: de kaders binnensmokkelen zonder gezien te worden. Akua blijkt niet thuis te zijn, waarop ik de kaders in de tuin verstop en ik daarna de straat oploop om haar te zoeken. Al snel vind ik haar bij de buren en wanneer  we het huis binnenlopen vraag ik haar plaats te nemen in de zetel en haar ogen te sluiten tot ik zeg dat ze weer mag kijken. Het was grappig om te zien hoe ze er helemaal in opging en er toch voor één keer in slaagde haar nieuwsgierigheid te bedwingen. Terwijl ze aan het roepen was dat ze nog nooit een verrassing gekregen heeft en het echt leuk vond, verstopte ik de kader strategisch onder de matras van het tweede bed in mijn kamer.

Wanneer we daarna naar kapster willen gaan, blijkt dat ze naar haar vader in het ziekenhuis is. De vlechtjes zullen dus voor volgende week zijn. Dan heb ik maar kleine Akosua gewassen terwijl Akua aan het koken was. De meeste kinderen zouden het niet zo plezant vinden om in een bassin gedropt te worden en dan koud water over zich heen te krijgen, maar voor Akosua is het één feest. Ze lacht constant haar 2 tanden bloot en spettert het water om zich heen. Zalig! Potverdikke, ik ga die baby missen!

Wanneer ik na het eten mijn gerief klaarmaak om er 4,5 dagen op uit te trekken naar het Noorden, ontdek ik dat er 150 euro verdwenen is uit mijn geldbeugel, die ik nochtans goed verstopt had. Ik ben niet van de meest ordelijke mensen, verre van, maar met mijn geld was ik toch altijd heel zorgvuldig en ik hield mijn uitgaven ook goed bij. Ik zat er toch heel verveeld mee en toen mijn gastgezinmoeder in mijn kamer kwam terwijl ik voor de 7de keer heel de kamer aan het doorzoeken was, heb ik het haar dan ook gewoon eerlijk gezegd. Ze reageerde paniekerig en heel verveeld. “Heb je daar al gekeken? En daar? Niemand kan in je kamer… En heb je het geld al eens meegedaan naar het ziekenhuis? God zal degene die het gepakt heeft straffen…” Na voor de 10de keer alles doorzocht te hebben, besliste ik te proberen het zo weinig mogelijk aan mijn hart te laten komen. Je kan op die moment 2 dingen doen: er de laatste 1,5 week triestig en achterdochtig bijlopen en de hele sfeer om zeep helpen of u er proberen over te zetten (“ er zijn ergere dingen”) en het vertrouwen in iedereen blijven behouden en nog volop genieten van de laatste dagen. Dat tweede is makkelijker gezegd dan gedaan, maar ik ga het toch proberen. Ik kan niet zeggen dat ik mijn gastgezinmoeder 100 procent vertrouw, maar ik heb ook geen enkele aanleiding of bewijs om haar te beschuldigen. Ze leek er ook oprecht mee in haar maag te zitten. Zo zei ze onder andere “I’m sick of you!”. Dat was vriendelijk! ;-) Ik hoop maar dat ze daarmee vooral bedoelde dat ze er ook verveeld mee zat en dat de wat onaangename uiting vooral een Engels communicatie-probleempje was. Zo snel mogelijk mij erover proberen te zetten en nog volop genieten van de laatste dagen is dus de boodschap…

We maken nog een kort avondwandelingetje in de buurt en nadat Akua gegeten had, geef ik haar op vraag nog maar eens een massage. Ze blijkt weer overal pijn te hebben en nog voor ik er goed en wel aan kom verschijnen pijnlijke grimassen, vergezeld van bijhorende geluiden. Ik kon het niet laten er een “No pain, no gain!” uit te gooien. We praten nog wat over het verdwenen geld en het naderende afscheid en na nog 2 liefdevolle berichtjes van 2 marktgangers ontvangen te hebben, gaan we dan rond 23 uur gaan slapen.

Wist je dat…

… iedere ochtend in de wachtzaal van het ziekenhuis mensen staan te prediken en kerkliederen staan te zingen. Zowel door moslims én christenen…

… ze hier zelf als ze een conserveblik of iets anders uit de frigo halen, ze het op hun hoofd naar de keuken enkele meters verder dragen. Idem met handtassen, huissleutels, zakjes water,…

… patiënten op de fysiotherapie-dienst toekomen met familie, die dan door de fysio-assistenten gecommandeerd worden om de patiënten op de verschillende toestellen te helpen, kledij te verwijderen, schoenen af te doen,…

…. we iedere avond en morgen (in pyjama) naar de waterput 500 meter verderop moeten lopen om water te gaan halen om ons te wassen. Dit onder de luidkeelse aanmoedigingen van tientallen kinderen die zich kapot lachen met het geklungel van de obruni met de emmer water op haar hoofd. Probeer dan maar eens het hoofd koel en vooral droog te houden. ;-)

Ziezo, dit was het verslag van mijn laatste werkweek. Jullie hebben nog mijn belevenissen van mijn 5 daagse trip naar het noorden en de laatste week bij mijn gastgezin tegoed.

Om te eindigen wil ik iedereen bij deze ook nog een gelukkig, gezond, milieubewust, voldoeningsrijk, armoedeloos, fair, niet te stressvol, solidair en vredevol 2013 toewensen vol vriendschap, liefde, gelukzalige momenten en veel tijd om te genieten.

Stay tuned! ;-)

Akosua Katrijn

Foto’s

1 Reactie

  1. Joseph depraetere:
    7 januari 2013
    Katrijn,
    je hebt ons al die weken heel boeiende reisverhalen doorgestuurd waardoor we je een beetje op-de-voet konden volgen in het land der zwarten...nu ben je terug thuis, de obruni met de obibini-look-vlechtjes...het staat je goed moet ik zeggen...als je bij ons aan de deur stond pakte het mij een beetje om je zo te zien...vrolijk, vol levenslust, een beetje vreemd met je kapsel...toch een beetje veranderd, ook vanbinnen vermoed ik...blij dat je gezond, maar te dun, weer bij de familie kon zijn. We konden nog uren naar jouw onwaarschijnlijke verhalen luisteren...mooi wat je gedaan hebt ! maar jammer............ik hou zo van de Stones...en toch heb ik er geen ééntje kunnen proeven...haha...
    Katrijn, welgekomen terug in de "blanke" wereld, en het ga je goed in alles wat je doet !
    groeten vanuit het 9graden-warme-waregem,doe maar nen fermen jas aan om hier weer te wennen want de griep is op komst. Nonkel en tanteke