Na de ontnuchtering, de herontdekking...

29 november 2012 - Accra, Ghana

Na de ontnuchtering van vorige week, deze week opnieuw een hele leuke, voldoening- en energierijke week beleefd! In dit verslag beloof ik dus minder gezaag en saaie passages. Enjoy!

Maandag 19 november

Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk,… Lalalalalalala lalalalalala lalalalalalala! Het weekend heeft duidelijk deugd gedaan en vol enthousiasme en energie staan we op om in de nieuwe werkweek te vliegen. Wanneer ik vertrek naar het ziekenhuis roept mijn gastgezinmoeder me terug. Ze vraagt me om mij om te draaien en begint dan aan mijn achterwerk te friemelen. Blijkt dat mijn witte broek iets doorzichtig is en ze vraagt of ik geen lang onderbroek heb. Hier draagt iedereen trouwens onder zijn rok een nauw aansluitende short tot boven de knie. Voor mocht je je afvragen hoe ik dit weet: de weinig preutse patiënten en eigenlijk alle Ghanezen in het algemeen laten vaak weinig tot de verbeelding over. Na een vestimentaire verandering zijn we dan eindelijk klaar om te vertrekken richting het ziekenhuis. De bewaker aan de ingang van het ziekenhuis, die iedere ochtend zegt dat hij met mij wil trouwen, is vandaag niet tevreden. Vorige week had ik hem moeten beloven (want anders liet hij mij niet passeren) na mijn werkuren daar te passeren, maar aangezien de ‘shortcut’ zonder huwelijksaanzoeken en opdringerige mannen mij veel aantrekkelijker leek, heb ik hem dus ferm teleurgesteld. “Ik ben kwaad, je komt je beloftes niet na aan je toekomstige man. Dit kan ik niet tolereren.” Wanneer ik stamel dat hij niet mijn toekomstige man zal worden omdat hij te oud is, zegt hij dat hij alleen jonge meisjes wil. Bah! Gelukkig passeerde Lad, een collega, zodat ik uit zijn klauwen verlost werd, oef! Vandaag waren er 2 fysio-assistenten afwezig, waardoor de hele planning en structuur wat in de war gestuurd was en ik dus voornamelijk met de patiënten bezig was en minder met het aanleren van technieken. Het was niet zo druk en de patiënten kwamen gelukkig gespreid toe, zodat ik hen echt deftige behandelingen met mobilisaties en veel oefeningen kon geven. De sfeer was gemoedelijk en samen met de patiënten en de collega’s werd heel wat afgelachen. Ik had een hele leuke babbel met Kofi en Kennedy (de jongeman met vele fracturen na een auto-ongeval) en ze beloofden donderdag voor mij een Duku (typisch Afrikaans hoofddeksel) en fruit mee te brengen. Ook werd heel verbaasd gekeken en ferm gelachen als ze zagen hoe ik (in strepen) gebruind was. Als ik daarbij zeg dat ik graag een obibini (zwarte) wil worden, dan zorgt dat telkens voor gelach.

Hoewel ze hier precies maar 4 pathologieën (beroerte, lumbago, frozen shoulder en dan nog wat fracturen) kennen en deze de helft van de keren volgens mij niet helemaal klopt, had ik vandaag een wel heel originele patiënt. De diagnose: borst-  en achterwerkpijn… Tjah, wat doe je daar dan mee… ;-) Aangezien het een nogal rondborstige en zwaarlijvige dame was, wou ik eerst wat verstevigingsoefeningen alla BBB (borst-buik-billen) geven, maar al gauw zwierde ze daarbij haar kleren uit en zei ze dat ik moest masseren. Wablief? Wat in de spieren van het achterwerk kneden kan ik nu wel nog begrijpen, maar toen ze ook haar BH afdeed en tekenen deed dat ik daar ook moest masseren, heb ik toch even bedenktijd genomen. Uiteindelijk heb ik een soort lymfedrainage gedaan van de borsten, maar toen ze maar rare geluiden begon te maken heb ik er gauw een eind aangemaakt. Wat was me dat zeg! ;-) Verder waren er veel rugpatiënten. Eigenlijk wel grappig om bij het advies zaken te zeggen als “Wanneer je je was doet in een bassin of fufu stampt zet je het beter op een verhoogje” en “de beste manier om iets op je hoofd te zetten is dit”. Ergonomisch gezien is deze draagmethode volgens mij wel één van de beste om de rug te sparen.

Na een goede voormiddag en wanneer alle patiënten weg zijn, komt Charles voor het eerst binnengewandeld en doet hij hautain het gordijntje open om te kijken of er nog iemand zit. Precies of ik iemand zou vergeten.

Eens thuisgekomen heb ik samen met Akua Mariam (mijn gastgezinmoeder) gekookt. Aangezien ze weer overal pijn heeft, heb ik haar ook maar een massage én deze keer ook wat oefeningen (het moet niet altijd ontspannend zijn ;-)) gegeven.

’s Avonds gaan we opnieuw naar een paar winkels en op bezoek bij familie in verschillende compounds. Ze sleurt me doorheen het donker weer mee aan de hand en zegt constant dat ik moet opletten van de riool, putten,… Wanneer we door een donker steegje lopen, wijst ze me nadrukkelijk op een grote steen en zegt dat die er al een hele tijd ligt maar dat het toch heel gevaarlijk is. In de winkel zegt ze dat ik koekjes en fruitsap moet kopen omdat ik teveel vermager. Aan mijn kleren te merken, zou dit wel eens kunnen kloppen. Wanneer we terugkomen van de winkel en ze me opnieuw achter haar aan door het steegje loodst, liggen we plots bijna allebei op de grond. Ik kon me nog net rechthouden, maar mijn gastgezinmoeder had haar teen gestoten aan, natuurlijk, dé steen en was in de natte aarde gevallen. Eigenlijk echt hilarisch, want ze zat echt helemaal onder de modder, maar lachen moest zoveel mogelijk vermeden worden, want een sirene van pijnlijk gekrijs bereikte mijn oren. “I’m hurt, wounded! Aw, the pain is killing me”. We lopen hinkend naar huis en daar haal ik snel mijn EHBO-vaardigheden boven voor… een miniminiminiwondje van een halve millimeter op een kwart millimeter op de kleine teen… Wanneer ik ontsmettingsspray erop doe, springt ze de hele living rond. “Ja, het pikt een beetje…”. Een plakker erop en voor de show ook nog een verbandje en ze kan overal gaan pronken met haar gewonde teen. ;-) Wanneer we ‘s avonds nog eens op stap gaan, is er een kindje ongelofelijk bang van obruni Akosia Katrijn en begint hij heel het dorp bij elkaar te krijsen. De volwassenen vinden het hilarisch en zeggen me telkens dichter te komen, waarop hij door de muur probeert te kruipen. Om er nog een schepje bovenop te doen, pakken ze hem vast en geven ze hem spartelend in mijn armen. Ocharme, dat lijkt me een trauma voor de rest van zijn leven te worden. We sluiten onze tour door de gemeenschap af bij de familie die in een krot van houten planken, plastiek zeilen en dekens woont, maar daarin wel een grote tv heeft staan, en kruipen moe maar voldaan ons bed in.

Dinsdag 20 november

Dinsdag was een goede dag op het werk! Ik had een goede babbel met de ‘dokter’ over wat ik graag in de periode dat ik er ben en erna met hen zou bereiken. Als ik eindelijk de grote bladen heb om mijn oefeningen op te tekenen, zal ik deze kunnen gebruiken om tijdens de behandelingen uitleg te geven en wanneer de patiënten weg zijn, zal ook tijd vrijgemaakt worden waarbij ik uitleg kan geven aan alle fysio-assistenten. Met de dokter praat ik ook over de algemene werking van de fysiotherapie- afdeling en wanneer ik vraag of hij de fysio-assistenten af en toe ook technieken leert en bijstuurt, antwoord hij dat als hij dat zou doen, hij te moe zou zijn, dus dat niet gaat. Halloooww? Esther, waarmee ik meestal samen in de oefenzaal sta, was vandaag zeer geïnteresseerd en ik heb haar dus veel uitleg kunnen geven, zaken kunnen voortonen en zelf laten doen. Echt tof! Hoe meer ik haar complimenten gaf en zei dat ze nog een ‘professional’ zal worden als ze zo verder doet, hoe enthousiaster ze werd en zelf ook initiatief nam om technieken in te oefenen. Verder opnieuw heel wat patiënten behandeld en toen de patiënten weg waren, samen met de collega’s uit 1 pot en met blote handen kenky (soort maispap) en soep van vis en tomaten gegeten. Hoewel het er echt niet uitzag, heel gezellig!

Eens thuis hebben we een soep gemaakt van gestampte vruchten uit een boom (ik weet de naam niet). Wanneer deze soep aan het koken was, was ik weer met veel plezier kinderoppas op little Akosia. Er zit heel veel energie in dat vrolijk kind en toen ze eindelijk een beetje moe werd en gewoon rustig op mijn schoot zat, voelde ik mijn schoot plots wel heel warm worden. Vreemd! Toen het ook plots nat aanvoelde, begon het mij te dagen dat er iets anders aan de hand was. Ik hees Akosia op en ze plaste mij echt helemaal onder. Wanneer ik naar Akua Mariam “I think we have a problem here” roep, dan begint ze keihard te lachen, “Are you sure it wasn’t you?”. Vervolgens zegt ze dat ze eerst graag naar de winkel zou gaan om eten te kopen voor Akosia en dat dan eerst graag nog zou klaarmaken. Dit komt er dus op neer dat ik daar nog een uur met die ondergeplaste broek heb gezeten, heel sympathiek. ;-)

’s Avonds gingen we 15 minuten naar het internetcafé waar ik het vorige verslag op mijn blog zette. Tijd om iets anders te checken was er niet, want mijn gastgezinmoeder, die trouwens telkens naast mij zit als ik iets op het internet wil plaatsen en daarbij duizenden vragen stelt, was gehaast omdat ze nog eten moest maken voor haar echtgenoot. Vervelend genoeg brak er net nadat ik gedaan had een hevig warmteonweer los en aangezien ‘little Akosia’ mee was konden we niet door de regen lopen. Na een half uur gewacht te hebben kreeg mijn gastgezinmoeder telefoon van haar echtgenoot, die ondertussen blijkbaar thuis gearriveerd is. Onmiddellijk werd mijn trui gebruikt als beschutting voor ‘little Akosia’ en vertrokken we door de gietende regen naar huis. Kletsnat arriveerden we daar en aangezien ik een bleekgekleurde t-shirt aanhad was dat niet echt een schoon zicht. ;-) Nieuwe tenue nummer drie voor vandaag werd aangetrokken en we gingen naar de tante omdat men daar blijkbaar een kleed voor mij gemaakt heeft, joepie! J Hoewel ik de stof zelf niet zou kiezen valt het best mee en ben ik er uiteraard heel blij mee. Ter plaatse worden nog wat aanpassingen gedaan zodat het perfect past. Wanneer ik me er met enige moeite in hijs past het inderdaad perfect maar er weer uitgeraken was een ander paar mouwen. Ik denk dat ik zeker 3 minuten (en dat is lang!) met mijn schouders en hoofd ergens in het kleed vastzat. Hilariteit alom! Mijn lenden blijken trouwens momenteel 27 cm te meten, ik denk dat dit absoluut een dieptepunt is, maar als ik in deze jurk wil blijven kunnen én er vooral nog wil uitgeraken, zal ik toch niet teveel mogen aankomen. Wanneer ik vraag hoeveel het kost, zeggen ze dat ik maar eens een grote (met nadruk op grote!) cadeau moet teruggeven… Hoe nobel. ;-)

Woensdag 21 november

Vandaag trek ik al meteen het kleedje dat gisteren gemaakt werd aan en gaan we Afrikaans gekleed gaan werken. Om het geheel compleet te maken, krijg ik van mijn gastgezinmoeder ‘s morgens ook nog een bijpassend armbandje. Al snel blijkt het niet meteen het meest praktische kledingstuk om te werken en te wandelen want mijn staplengte is ernstig beperkt en alles zit toch wel heel aansluitend. Maar wie ‘schoon’, hoewel schoon, eerder aangepast aan de omgeving, wil zijn, moet lijden. Onderweg ben ik nóg meer dan anders het middelpunt van belangstelling en ook in het ziekenhuis zijn ze laaiend enthousiast. “You are an obibini (zwarte) now!” Jiehoew, als compliment voor mijn integratie in hun cultuur kan dat wel tellen. Wanneer ik mezelf in het ziekenhuis voor het eerst in de spiegel zie, moet ik toch wel een beetje slikken. Het model is toch wel heel oubollig en de print nogal christelijk getint, maar alles voor de integratie en aanvaarding als obibini! ;-) Op het werk hadden we een heel trage start, maar uiteindelijk samen met Esther nog heel wat patiënten behandeld. Om 12u was er een meeting in de oefenzaal waardoor ik daarna nog wat bij Lad in de elektrotherapiezaal heb geholpen en haar wat massage en relaxatietechnieken heb aangeleerd. Van een patiënt kreeg ik als blijk van appreciatie een gigantisch brood, leuk! Toen ik wou vertrekken en ik mijn handtas nam, hebben ze met 3, onafhankelijk van elkaar, gezegd dat ze het tasje willen als ik weg ga. Grrr, dat steekt toch tegen op de duur.

Op de terugweg van het ziekenhuis zie ik de tante die het kleed gemaakt heeft en wanneer ik haar vertel over de positieve reacties, glundert ze. De hele namiddag hebben we dan ook bij de tante en de kruidendokter gezeten. Ze was een knalroze kleed met allerlei frulletjes aan het maken en vroeg constant of ik het mooi vond. Mooi gemaakt, maar nu toch echt niets voor mij, dus ik hoop dan ook dat het niet voor mij is. Er liggen 3 verschillende versies. Al gauw blijkt 1 voor Benice te zijn en even later komt een andere dochter ook een kleed passen. Rest dus nog 1 kleed waarvan de bestemming onbekend is… Spannend! Verder heb ik er met Benice, die blijkbaar buikloop heeft en niet naar school was, gespeeld en voor het eerst uit een kokosnoot gedronken (en veel gemorst) en kokos gegeten. Best lekker! Omdat ik nu toch al een beetje Twi beheers (vandaag heb ik leren tellen tot 20!) gaan ze er steeds vaker van uit dat ik hen begrijp en praatten ze ook de hele namiddag Twi. Constant hoorde ik ‘Belgium’, ‘Akosia’, ‘Obruni’ en wist ik dus dat het over mij ging, maar wanneer ik verduidelijking vroeg dan zeiden ze dat het niet belangrijk was. Toch ambetant als je meer dan de helft van de keren weet dat je onderwerp bent van het gesprek en mensen gewoon over je kunnen zitten roddelen terwijl je erbij zit maar je je niet kan verdedigen omdat je niet weet wat ze zeggen. In het begin begrijp je niets en maak je jezelf wijs dat ze gewoon gezellig over koetjes en kalfjes aan het praten zijn, maar als je het heel vaag begint te begrijpen wordt dat moeilijker… Toen we vertrokken wou de dokter 5 cedi aan Akua Mariam geven. Omdat ik ertussen zat, vroeg ze mij het geld aan te nemen. Toen ik het deed, begon ze te roepen en me te slaan. Tegen dat ik doorhad wat ik aan het misdoen was, had ze mij zeker al 5 keer, niet onzacht, geslaan. Ik had het geld blijkbaar met mijn linkerhand genomen aangezien hij links van mij stond, maar dat was blijkbaar een ferme misser. Iets ontvangen en wuiven doe je met je rechter hand! Oeps! Auwtch!

In de vooravond hebben we samen wat naar foto’s van haar familie zitten kijken. Blijkbaar was mijn gastgezinmoeder voordien met een andere man getrouwd en hadden ze 2 zonen. Wanneer ik haar vraag waar ze nu zijn, antwoord ze dat ze allemaal dood zijn. Slik! Haar man blijkt vermoord te zijn met een mes door een jaloerse collega toen hij promotie kreeg. De omstandigheden waarin haar 3 kinderen gestorven zijn weet ik momenteel niet, maar aangezien het emotioneel allemaal heel gevoelig lag om erover te praten, heb ik er niet verder op doorgevraagd. Nu is ze dus opnieuw getrouwd en heeft ze samen met deze man 1 dochter. Bij de foto’s zat ook een Christelijk boekje, dat ze me aanmaant te lezen. Samengevat beweert men erin dat als je socio-economische problemen hebt, dat komt omdat je niet genoeg vast en bidt voor God. Als ik haar vraag of ze dat echt gelooft, zegt ze volmondig ‘ja’. Tjah…

’s Avonds nog even in het pikkedonker naar de ‘nachtwinkel’ geweest achter vis en Kenky (soort maïspap) en mij nog even belachelijk gemaakt bij de familie in de vervallen houten hut toen ik de plaatselijke dans Asontu wilde nadoen en het was alweer tijd om rond 21 uur onder het muskietennet te kruipen.

Donderdag 22 november

Donderdag = marktdag en dus heel veel patiënten die hun marktbezoek in Akim Oda combineren met kinesitherapie. De vorige keer was ik fysiek uitgeput dus deze keer verwachtte ik ook opnieuw het ergste, maar zoals dat dan meestal gaat, viel het mee en had ik zelfs nog wat energie over. Als ik om 7u45 toekom in het ziekenhuis, zitten al 3 patiënten te wachten. In mijn beste Twi doe ik een kleine conversatie, waarop een heuse Twi-taalles begint. Ze zijn heel enthousiast om mij Twi te leren en na hun behandeling (1,5 uur later) geven ze mij een hele zak vol bananen. Ik verdeel ze onder de collega’s en neem zelf nog een tros mee naar huis voor mijn gastgezin. De ene na de andere patiënt passeert de revue maar naar mijn eigen verbazing blijf ik enthousiast en gaat het vlot. Ook Kennedy en Kofi komen opnieuw langs en ze zijn helemaal door het dolle heen als ze mij in mijn Afrikaanse klederdracht zien, alleen had het iets meer ‘exotic’ en ‘fashionable’ gemogen volgens hen. Zoals hij beloofd had heeft hij ook 3 appelen, een ananas én 4 supermooie armbandjes mee! Wooow, echt leuk! Niemand hoeft mij iets te geven voor mijn werk, maar het is wel leuk als je toch eens een kleine blijk van appreciatie krijgt, want meestal zeggen de patiënten zelfs niet eens bedankt na de behandeling en weet je totaal niet wat ze ervan denken. Mabel, een modebewuste fysio-assistente die vroeger in Oda werkte maar nu op een andere plaats werkt, komt langs en geeft me een dikke knuffel. Ze wil dolgraag in België gaan studeren en stelt daarover heel veel vragen en vraagt hoe ik haar kan helpen. Ik ga haar alvast alle gegevens geven. De hele voormiddag is ze niet van mij weg te slaan en kijkt ze vol belangstelling naar mijn behandelingen. De laatste patiënt van de dag is Beatrice. Een ‘chique’ patiënte met een schouderprobleem die 10 jaar in Londen gewoond heeft en vroeger op de Ghanese televisie een talkshow had over gezondheidskwesties. Een BG, Bekende Ghanees, onder mijn patiënten! ;-) Ze nodigt Charles en mij uit om na haar behandeling iets te gaan drinken op haar kosten. I’m in!

Charles, die op 50 meter van het ziekenhuis in een huis van de overheid woont, komt met zijn auto naar het werk en met zijn wagen rijden we naar een chique hotel. Een beetje een ‘hautaine’ omgeving en gezelschap, maar we hadden toch een hele fijne babbel onder de sinaasappelbomen. We hebben het over de vele verschillen in de cultuur tussen Europa en Afrika. Wanneer ik zeg, dat iedereen hier precies denkt dat wij in Europa het geld maar van de boom te plukken hebben, knikken ze allebei instemmend. Ze hebben beiden een tijd in Europa gewoond en blijkbaar zien vele Ghanezen ze nu als rijken en verwachten veel familieleden dat ze hen nu wel financieel kunnen onderhouden en steunen. Ze zeggen ook dat ze in Europa gezien hebben dat mensen bij ons wel degelijk hard moeten werken om carrière te maken en geld te verdienen, dat er heel veel discipline en concurrentie is en dat we het ook niet zomaar op onze schoot geworpen krijgen. Vooral Beatrice lijkt heel veel frustraties te hebben over de laksheid van de Ghanezen. “Men wil rijkelijk leven, maar doen er niets voor, kijken niet vooruit, zijn lui. Iedereen denkt dat alles vanzelf komt, men plant niets vooruit, als ze vandaag net genoeg hebben om de zaken te kopen die ze willen is dat goed. Het is iets teveel ‘go with the flow’, waardoor alle dagen vaak hetzelfde en zelfs saai zijn. We zien wel welke dag God ons brengt.” Hoewel Charles zegt akkoord te gaan, denk ik toch dat hij veel van deze Ghanese kenmerken in zich heeft en zich er best in kan vinden. Dit terwijl men in het Westen net heel veel vooruit plant, vaak heel veel werkt, doelen opstelt, heel veel regels en discipline heeft, vooruitstrevend is, maar daarbij dan ook vergeet te genieten van het moment. Het beste lijkt mij dus de gulden middenweg tussen de twee. Na een gezellig gesprek én een cola vertrekken we naar Beatrice haar huis. Een klein maar gezellig en deftig huisje verscholen in het groen, dat je enkel via een erbarmelijke weg kan bereiken. We drinken er een zakje water en dan vraagt ze om haar naar de middelbare school te brengen, omdat ze daar een meeting heeft. Op de top van de heuvel staat een gigantisch schoolcomplex met open klaslokalen, eetzaal, gebouwen waar leerkrachten en leerlingen slapen,… Ondertussen is er weer een ferme stortbui losgebarsten en Charles brengt mij met zijn auto tot aan mijn huis.

Hoewel ik mijn gastgezinmoeder verwittigd had dat ik later ging thuis zijn, deed ze precies alsof ik een ganse week weg was geweest. “Ik heb je gemist, iedereen vroeg achter je!” Beetje overdreven en vreemd, maar toch stuwde het mijn gemoed naar omhoog. Ook wilde ze alle details weten: met wie, waar, hoe er geraakt, was, wat gedronken, gegeten,… Terwijl ze aan het koken was, hadden we een heel gezellige babbel. Toen ik zei dat echt iedereen me constant om geld en andere zaken vraagt en dat dit toch wel vervelend is heb ik alles nog eens uitgebreid uit de doeken gedaan en het leek alsof ze het begreep. Ik zei dat ik al heel veel betaald heb om naar hier te kunnen komen en ik daar naast mijn studeren ook voor gewerkt heb. Dat ik ook 2 maanden geen inkomen heb en alleen maar uitgaven en ik als ik in België zou werken heel wat cedi’s zou kunnen verdienen met hetzelfde werk. Hierop zei ze dat iedereen maar probeert maar als ik ‘nee’ zeg, ze het wel zullen begrijpen. Nu moet zij mijn ‘nee’s’ nog kunnen accepteren… ’s Avonds (heel veel) spaghetti en tomatensaus met vis uit blik gegeten. Terwijl ik de eerste weken aan mijn kleren en gewicht te zien, zienderogen vermagerde, lijkt het nu te stabiliseren en is mijn eetlust helemaal terug. Ik had energie op overschot en heb dan maar 2 uren met de kinderen op straat geravot. Plots werd Benice daarbij heel boos en zei ze dat ze het niet leuk vond dat ik ook met de andere kinderen speelde. Jaloers! ;-) De bananen die ik gekregen heb in het ziekenhuis heb ik aan de dokter gegeven en onmiddellijk werden ze verdeeld en binnengespeeld.

Om af te sluiten nog een grappige uitlating van mijn gastgezinmoeder. Terwijl ze borstvoeding aan het geven was aan Akosia, zegt ze plots “Waaaaw, God is great! Als je in borsten snijdt dan komt er bloed uit, maar als er een baby aan zuigt komt er melk uit, zo fantastisch!” Geniaal toch? ;-)

Terwijl ik dit verslagje in mijn dagboek aan het schrijven ben, lijkt het trouwens alsof 4 moskeeën en 6 kerken een wedstrijd ‘om ter meest lawaai maken’ aan het doen zijn. Momenteel is de moskee aan het winnen, maar o wow de kerkgezangen overstijgen plots de moslimgebeden. Geluidsnormen zouden hier toch ook niet misstaan, het is bijna erger dan vlak aan de boxen op een megadancing of festival. En hup, onze eigenste radio kan natuurlijk niet onderdoen en doet er nog een schepje bovenop, op de voet gevolgd door de televisie. Slaapwel, hum hum… ;-)

Vrijdag 23 november: Expeditie Senya Beraku

Deze morgen mijn gerief ingepakt voor een weekend want na het werk trekken we er opnieuw op uit. Tot zondag zal ik op bezoek gaan bij de Hollandse Marieke, die in een weeshuis in Senya Beraku, aan de zee, werkt. Een rustige voormiddag op het werk en dus veel tijd om eindelijk te beginnen aan het op het grote  papier zetten van de therapieplannen. Mijn werk kan op veel interesse rekenen en constant zeggen ze dat ik ‘an artist’ ben. Ook niet veel gewoon… Vandaag kreeg ik van een patiënt opnieuw een tros bananen en een dikke bedankingsknuffel, fijn! Deze zullen voor het weeshuis zijn.

Normaal zou mijn gastgezinmoeder me vergezellen naar de bushalte, maar toen ik belde dat ik klaar was met werken, zei ze dat ze borstvoeding aan het geven was. Geen probleem, laat mij zelf maar op expeditie en avontuur gaan. Algauw had ik een ticketje bemachtigd richting Accra en vond ik de juiste vertrekplaats. Wanneer ik aanstalten maak om in het busje te stappen, zegt een man dat ik naast hem, naast de chauffeur mag zitten. Woehoe, een ereplaats en ook gemakkelijk aangezien ik er iets eerder, op een ongebruikelijke en voor mij ongekende stopplaats, uit moet.  We waren nog niet helemaal vertrokken of er ontstond al een gevecht om wie met mij zou trouwen en wie ik zou meenemen naar België. Best grappig. Onderweg kwamen we een escorte van de president op verkiezingscampagne tegen. Dit houdt in dat er eerst 5 politieagenten op een moto passeren die je vragen langs de kant van de weg te stoppen en daarna volgen een aantal campagnewagens (trucks met de beeltenis van Mahama met in de laadbak uitzinnige Ghanezen in tenue van de UNDP met vuvuzela’s, trompetten en djembee’s. Daarna komen een aantal gepantserde en geblindeerde auto’s waarin één ervan de president zit en dan vervolgens een hele reeks brandweer- en politiewagens en een ambulance. Na een 3 uur durende rit (trouwens zonder werkende snelheidsmeter of benzinestand), langs opnieuw de meest armtierige ronde lemen hutjes met strooien dak, afgelegen compounds en zielige winkeltjes werd  ik als enigste afgezet op Akoti Junction. Daar kwamen al meteen heel wat taxichauffeurs op mij afgevlogen, maar aangezien ik nog veel te vroeg was besliste ik een stukje in de richting van Senya Beraku te wandelen. Onderweg heel veel gezellige mensen ontmoet en leuke babbels gehad tot ik plots de dorpsgek tegen het lijf liep. En neem dat maar heel letterlijk. Al van ver, zag ik een man in slodderkleren tegen zichzelf praten en luidkeels liedjes zingen terwijl hij rondhuppelde over de straat. Ik beslis snel de andere kant van de weg op te zoeken, maar een obruni valt nu eenmaal op, dus voor ik het wist kreeg ik een innige omhelzing. Hij zegt me dat hij de voorbije nacht een teken van God gekregen heeft dat hij een blanke zou ontmoeten waarmee hij zou trouwen en dat ik de eerste obruni ben die hij vandaag gezien heeft en het dus geen toeval kan zijn. Hij zet een serenade in de stijl van Bob Marley op, waarmee hij zijn liefde voor mij bezingt. Als ik zeg dat ik aan het wandelen ben, zegt hij mee te willen wandelen en neemt hij mijn hand vast. Daar liep ik dan, zingend met de dorpsgek langs een verlaten en hete weg, handje in handje als 2 kleutertjes op de speelplaats. Onderweg werd ik ook nog overstelpt met (hand)kussen en knuffels en toen hij plots een zilverkleurige bol vond, werd hij nog uitbundiger en zag hij het opnieuw als een teken van God, dat hij eindelijk de juiste vrouw gevonden had. Het volgende dorp bleek verder dan ik dacht en na 45 minuten gewandeld te hebben, komen we eindelijk aan. Oef, andere mensen! Ik zeg hem, dat als God echt wil dat we elkaar terugzien en trouwen, dat hij er wel voor zou zorgen dat we elkaar terug ontmoeten. Wanneer ik vraag hoe ik nu in Senya Beraku moet geraken, laat hij heel behulpzaam elke auto die richting dat dorp gaat stoppen. Uiteindelijk passeert er een overvolle trotro waar iemand uitstapt en ik er dus (na nog een laatste dikke knuffel) in kan. In de trotro kijk ik recht in de achteruitkijkspiegel en het is eigenlijk best grappig om mezelf zo opeengepakt met alleen maar zwarten te zien zitten. Marieke had eerder al verteld dat ik voor het dorp, een wegje rechts naast een grote villa moest inslaan. Onderweg lette ik dus goed op en toen ik in het dorp aankwam wandelde ik een dikke 30 minuten terug naar de villa. Na nog eens bevestiging gevraagd te hebben over de plaats van het weeshui,s sloeg ik de aardeweg met een ‘be careful that you don’t get lost’ in. Oei? Hoe dieper ik het wegje inga, hoe meer ik merk dat het weeshuis toch echt midden de brousse moet liggen. Na 15 minuten stappen zie ik een compound oprijzen langs de weg. Wanneer ik vraag of dit het weeshuis is, zegt men ja. Ik leg uit dat ik afgesproken heb met Marieke, maar dat ik nog te vroeg ben en Marieke nog in een andere stad zit en vraag of ik even bij hen mag wachten. Algauw komt iedereen buiten onder de boom zitten en hebben we een heel gezellige babbel en tot hun grote jolijt probeer ik wat Twi te praten. Ook bieden ze me eten en drinken aan en zeggen ze dat ik, als Marieke niet komt, gerust bij hen mag slapen. Wanneer ze hierop ook de familiestructuur beginnen uitleggen, begint het me te dagen dat dit waarschijnlijk toch niet het weeshuis is en als ik vraag waar het juist is, dan zeggen ze dat het een kwartiertje verderop is, oeps... De tijd vliegt voorbij en na 1,5 uren gezellig kletsen, huwelijksaanzoeken, taalles, het bordspel, uitleg over de zelfgemaakte “oven” en de visdroogplaats en een rondleiding op de compound met hutjes passeren Marieke en Laura, allebei van Nederland, langs de aardeweg. Ik vergezelde hen naar het primitief vrijwilligershuis waar ze verblijven. Het toilet is een stinkende put in de grond en daarnaast is er een vies kotje om je te wassen. Ik kan je zeggen dat je je niet echt proper voelt als je je moet wassen in zo’n stinkkot. Wanneer er een kakkerlak in het “toilet-hokje” verschijnt, waarvan Marieke echt doodsangsten heeft, vergezel ik haar en kan zij uiteindelijk toch haar dringende boodschap doen terwijl ik de kakkerlak in de gaten hou. Wat een toestanden toch! ;-) We krijgen rijst, tomatensaus en worstjes als avondeten en zitten nog tot laat in het Nederlands (zalig!) te babbelen en ervaringen uit te wisselen. De 4 andere vrijwilligers, 4 Zweden, zijn er dit weekend op uit.

Zaterdag 24 november

Na een slechte nacht (veel te warm en een bed vol salamander- en hagedissenstront is nu ook niet meteen de meest tot rust komende plaats) staan we om 6u30 op. Samen nemen we op het terrasje een lekker ontbijt. Terwijl we genieten van een gebakken ei en chocomelk, komen de weeskinderen met emmers water op hun hoofd aangelopen. Aan het vrijwilligershuis is er geen waterbron en aangezien aan het weeshuis sinds enkele maanden een waterpomp geïnstalleerd is, brengen de weeskinderen dagelijks te voet water naar het vrijwilligershuis.

In de voormiddag toont Marieke me het weeshuis. Opnieuw een 10-tal minuten wandelen en midden in de brousse, heel afgelegen, doemt plots een gebouwtje op. Onderweg komen we al enkele oudere kinderen van het weeshuis tegen die grote schalen op hun hoofd dragen om in het dorp 3 kilometer verderop allerlei voedsel te gaan halen. Dit terwijl wij voor een brood 1 kilometer verderop zeker de wagen zouden nemen… De kinderen in het weeshuis hebben ons snel in de gaten en meer dan 20 stuks komen aangestormd en rennen met open armen onze richting uit en springen tegen me. Voor ik het opnieuw goed en wel besefte hingen er 4 kinderen aan elk ledemaat en stonden er 10 anderen aan mijn kleren te trokken. Kinderen met slodderkleren, kinderen zonder kleren, snottebellen, kakbroeken,… Een klein ventje zonder kleren begon gewoon te kakken terwijl hij aan mijn been hing, jieuw! Marieke toonde me de 2 slaapkamers, telkens een kleine ruimte van 4m op 4m waar telkens 14 jongens en 14 meisjes in slapen. Hier slapen ze met 2 of soms 3 op 1 bed. Verder passeren we langs de washokjes, erbarmelijke toiletten en een zelfgemaakte lemen koepel waarin men kookt. Als je hier niet ziek wordt heb je echt een zeer goede immuniteit. De basishygiëne is ver te zoeken en overal liggen uitwerpselen van kinderen. Bij het weeshuis is er ook een school, 3 open lokalen met gamele bankjes en een bord, waar de vrijwilligers les geven. Af en toe komen er betaalde leerkrachten les geven, maar lang houden deze het telkens niet vol. Vorige week was er opnieuw een meisje met een baby toegekomen om zogezegd les te geven, maar bij aankomst bleek dat ze 16 jaar en tienermoeder was en dat haar familie haar verstoten had. Dezelfde week is het jongetje ziek geworden en is ze moeten vertrekken. De vrijwilligers zijn hier naast hulp in het weeshuis, dus ook leerkrachten. Ze proberen de kinderen Engels aan te leren, leren hen tellen en beperkt rekenen, oefenen het alfabet en de dagen van de week. Constant leven in het weeshuis ook 3 zogenaamde ‘hostmoms’, mensen die betaald worden om 24 uur op 24 uur, 7 dagen op 7 voor de kinderen te zorgen. Vaak blijven deze ook maar 4 tot 6 weken, waardoor het dus ook constant een zoektocht is naar mensen om in het weeshuis te komen werken (voor een hongerloon). Dit weeshuis draait bijna volledig op de inkomsten van de vrijwilligers. Ik vraag me af hoe lang dit zal kunnen blijven duren. Het is algemeen ook heel ongestructureerd en zeer chaotisch: kinderen liggen huilend op de grond, slaan elkaar terwijl anderen getraumatiseerd door de gebeurtenissen in hun thuisomgeving met een lege blik voor zich zitten te staren. Het weeshuis ligt echt heel afgelegen in ‘the middle of nowhere’ en heeft geen elektriciteit. Overal waar je kijkt zie je groene heuvels. Toch schrijnend hoe men hier moet leven, dat dit anno 2012, waarin onze maatschappij steeds sneller, innovatiever, luxueuzer wordt, nog bestaat. En als dit in Ghana, een land dat het toch redelijk goed doet in Afrika, voorkomt, hoe erg is het dan gesteld met de rest van het continent? Even schrijnend zijn ook de verhalen achter elk kind: mishandelingen, ouders die gestorven zijn en 5 kleine kinderen die al 6 maanden alleen overleefden, handicaps, armoede,… In het weeshuis zelf werd ook onlangs een leraar ontslaan nadat ontdekt werd dat hij een 8-jarig meisje verkracht heeft.

Ik denk toch een deel van het ingezamelde geld hier te investeren want er broeden plannen om met het geld dat verschillende vrijwilligers verzameld hebben, voor elektriciteitsvoorziening te zorgen. Midden in de brousse vanaf 18u met 28 kinderen in het pikkedonker zitten is toch hard én gevaarlijk met alle insecten, slangen, putten,…

Na deze eye-opener - we zijn opnieuw een heel aandoenlijke maar leerrijke ervaring rijker – zijn we het dorp gaan verkennen. Wanneer ik langs de compound die me gisteren heeft opgevangen passeer, roepen ze allemaal enthousiast “hi, Akosia Katrin”. Plezant, ik heb daar precies een goede beurt gemaakt. Senya Beraku is een vissersdorpje met vele vervallen houten huisjes en heel veel (vriendelijke) mensen. De begrafenis in de kerk zal daar wel voor iets tussen gezeten hebben, want hier is een begrafenis een heus feest met partytenten, eten, muziek, dansen en heel veel genodigden die allemaal in het zwart en rood gekleed gaan. We bezoeken een fort, van waaruit we een mooi uitzicht hebben. We eten Jollof rijst en kip in een zeer gemoedelijk guesthouse en leren ondertussen een interessante Ghanees kennen. We praten over de ontwikkeling van Ghana en het gebrek aan initiatief en vooruitziendheid van de Ghanezen en de man doet een hele theorie uit de doeken waarbij het Westen een heel goede partner kan zijn in zakenrelaties die ook de gemeenschap ten goede komen. Toch interessante inzichten. Met zijn truck heeft hij ons naar een dorp aan de zee gebracht. Een dorpje waar normaal geen blanken komen en je pas na een stijle afdaling doorheen het dorp aan een kleine haven komt. We passeren de haven en placeren ons even verder op een verlaten strand met een rustige zee. Zalige plaats, waar we dan ook een aantal uurtjes gezond, gezwommen en gebabbeld hebben. Wanneer we terugkeren naar het dorp zijn we opnieuw attractie van de dag voor de buitenlevende bevolking. ’s Avonds opnieuw hetzelfde gegeten, bijgebabbeld en gelezen en een chocoladekoekje gegeten en fruitsap gedronken, njammie, dat kan smaken.

Bij deze zijn we hier dan ook officieel 3 weken. Damn, nog maar 5 weken meer te gaan, de tijd gaat veel te snel. Ik wil nog zoveel nuttige dingen doen en zoveel bezichtigen!

Zondag 25 november

Op zondag zijn we opnieuw om 6u30 opgestaan want er is al heel wat bedrijvigheid op de compound. Een wasje gedaan in het vieze hokje en een plasje in het stinkende toilet, ontbeten en wat weekends zitten plannen met de ‘Ervaar Ghana’ gids van Marieke. Een interessant reisboek met veel tips om het echte Ghana te leren kennen. Ai ai, nog zoveel te ontdekken en zo weinig tijd! Ik maak een ruwe planning van haalbare weekenduitstappen. De laatste week ga ik er waarschijnlijk alleen op uit trekken, aangezien ik geen reisgezel vind voor die periode en ik heel graag nog het Noorden zou zien voor ik vertrek. Wees gerust, Ghana is echt veilig om alleen te reizen, iedereen is heel behulpzaam én als je de toeristische trekpleisters opzoekt ben je nergens alleen. Rond 9u30 zeg ik Marieke tot ziens en wandel ik richting het dorp. Onderweg passeer ik opnieuw de compound waar iedereen opnieuw heel enthousiast zwaait en mij een ‘goodbye’-knuffel geeft. Veel volwassenen en kinderen willen onderweg een praatje slaan, maar er was niemand die om geld of iets anders vroeg, fijn! Na wat rondzoeken een ‘shared taxi’ (taxi die pas naar bepaalde plaats vertrekt als hij vol zit) richting Akoti Junction gevonden. Ik zit naast een man, waarvan zijn naam ‘God’ betekent en die maar blijft aandringen om met hem te trouwen. Hij vraagt ook of ik een mp3-speler uit België kan opsturen, puuuut! Eens bij AKoti Junction is er, ondanks een 20 tal trotro’s, geen enkele trotro richting Swedru te bespeuren. Dan maar opnieuw een heel amusante ‘shared taxi’ naar een dorpje verderop genomen waar volgens de chauffeur heel wat trotro’s naar Swedru passeren. Het duurt even voor er andere passagiers instappen maar er wordt uiteindelijk zelf nog even gebekvecht voor de laatste plaats en hup, we zijn weg. Ik zit vooraan, waar 2 Ghanese vlaggen in mijn gezicht waperen. Ondanks het beperkte uitzicht zie ik onderweg toch weer in the middle of nowhere de authentieke dorpjes en compounds met ronde lemen hutjes en strooien daken opduiken. Net zoals Afrika altijd zo karikatuur voorgesteld wordt. Hoe mooi het er telkens toch verwarrend genoeg uit ziet en hoezeer ik me hier ook probeer te sussen met de gedachte dat men hier in dit klimaat vooral buiten leeft en enkel binnen slaapt én een mens eigenlijk ook niet veel nodig heeft, toch is het niet ok om in deze onhygiënische en zeer primitieve omstandigheden te moeten leven. De zeer magere kindjes met voddenkleren die kilometers moeten lopen met liters water op hun hoofd getuigen toch van de barre en moeilijke omstandigheden waarin ze moeten opgroeien, gedoemd om een klein handelszaakje op te starten en 7 dagen op 7 de weg op te gaan om zaken trachten te verkopen.

Alleen door een land reizen, wat ik trouwens vooral noodgedwongen en niet bewust gestart heb (ik zit een uur verwijderd van de dichtstbijzijnde vrijwilliger), bevalt me echt! Ik voel me hier echt op mijn gemak en vrij, praatje hier, praatje daar, is het de eerste trotro niet, het is de tweede,… Ook omdat niets gestructureerd, georganiseerd of vastgelegd is, en je dus alles moet vragen, heb je sowieso heel veel contact met de plaatselijke bevolking wat frequent leidt tot heel boeiende ontmoetingen. Als je een beetje Twi probeert te praten en je je openstelt voor de Ghanezen sluiten ze u ook snel in hun hart en helpen ze u zonder daarvoor iets terug te willen. Na de ontnuchtering van vorige week hebben de Ghanezen me deze week dus toch opnieuw kunnen overtuigen dat ze de titel van vriendelijkste bevolking van Afrika waardig zijn. Tijdens de taxirit naar ik weet niet waar, stappen heel wat mensen in en uit en zijn ze benieuwd naar de obruni die vooraan in de taxi zit. Telkens zorgt het voor hilariteit als ik in het Twi antwoord. En als ik dan nog eens zeg dat ik tot 20 kan tellen, dan is het hek helemaal van de dam. Wanneer ze uitstappen (ik bleef gewoon zitten tot die man zei dat ik er was), blijven ze ook zwaaien tot ze de auto echt niet meer kunnen zien. Plezant! Op een bepaald moment zaten ze trouwens met 5 op de achterbank, terwijl ik dan vooraan op mijn gemak zat. Toen ik vroeg of ik moest wisselen of wat bagage moest nemen, kreeg ik een hele schaal vissen op mijn schoot. Fijn, dan had ik toch liever die zak cement gehad, hoewel… Onderweg luisterden we ook gezellig naar de radio. De chauffeur vertelt dat ze een spel aan het doen zijn waarbij ze willekeurig iemand opbellen en die dan vragen of als ze iets mochten stelen, hij het liefst zijn arm of been zou verliezen. Als ik direct overtuigend (vanuit mijn kinesitherapiekennis) roep “leg”, liggen ze allemaal strijk van het lachen. Na 45 minuten komen we aan op de plaats waarop de chauffeur mij aanmaant om langs de weg te gaan staan en elke trotro richting Swedru tegen te houden. Al snel is het raak en versier ik een miniplaatsje op de eerste rij. Onderweg zie ik heel wat borden met ‘no electricity, no vote’, gelijk hebben ze! Eens aangekomen in Swedru, ga ik eerst op zoek naar vis. Met de nodige cool voer ik onderhandelingen voor een faire prijs en neem ik – met de stinkende vissen op mijn schoot – plaats in de trotro voor de laatste rit van de dag richting Akim Oda. Voor we vertrekken doe ik nog even teken naar een vrouw aan de overkant van de straat met koekjes op haar hoofd om een pakje te kopen doorheen het raampje van de trotro. Hier kan je echt zo gemakkelijk winkelen! Het begint me ook goed af te gaan om me als een echte Ghanees te gedragen. ;-)

Na een vlotte rit kom ik aan in Akim Oda. Ik probeerde al de hele voormiddag mijn gastgezinmoeder te bellen, maar ook wanneer ik voor een gesloten deur sta neemt ze niet op. Dan maar even gezellig bij de buren gezeten tot ze mij zelf terugbelde en zei dat er mij iemand zou komen ophalen om naar de kerk te komen. Benjamin, een verlegen jongen, die mij toch constant zegt dat hij ‘in love’ met mij is en zegt dat ik hem als ik thuiskom dan maar alles moet opsturen wat hij wil, komt mij ophalen. We nemen een taxi naar het oud schoolgebouw waar ik eerder al de kerkviering van ‘The living God Temple’ meemaakte. Wanneer ik toekom, komt Akua Mariam helemaal opgedaan (haar mooi gedaan, geschminkt, met valse wimpers en een lang chique kleed aan) naar mij toegelopen en geeft ze me een dikke knuffel. Ik had haar bijna niet herkend. Ze blijkt haar stem al helemaal hees gezongen te hebben en sleurt me direct – midden de preek van een spreker - de overvolle ‘kerk’ binnen. Overdaad van blikken in mijn richting en ik voel me toch even ongemakkelijk in mijn zomers jurkje tussen alle chique opgedane vrouwen met lange jurken. Wanneer ik even later België meen te horen in de speech en dit ook bevestigd wordt doordat alle ogen in mijn richting draaiden, komen heel wat mensen me een hand geven. Het orkest, dit keer bestaande uit piano, gitaar, drum, djembee en 3 microfoons, begint te spelen en mijn gastgezinmoeder, die echt overenthousiast is, sleurt me mee in de dansende polonaise door de kerk. Knop omdraaien en onder het motto van ‘ze kennen mij hier toch niet’ opnieuw shaken met die kont en me helemaal laten gaan! Gelukkig moet ik niet naar mezelf kijken. ;-) De kerkdienst, ter gelegenheid van een naamceremonie, zat er bijna op. Op het einde volgde nog een toespraak van de ouders en werd eten en drank uitgedeeld (“take everything they give you” waarop ze het in haar zak stopt) en gezellig samen nagepraat. Omdat het regende zaten we even vast in het gebouw. Ik pas op Akosia, krijg droog brood, word voorgesteld aan iedereen en speel wat met de kindjes. Uiteindelijk gaan we terug richting ons huis met een overvolle taxi waarbij de duim van Akua Mariam tussen de deur belandt. Dat wordt weer EHBO! Voor we ons huis binnengaan, gaan we nog even bij een pasgeboren moslimbaby op bezoek in de compound aan de overkant van onze straat. Natuurlijk ben ik weer fotograaf van dienst en wil iedereen op de foto. Toch fijn hoe alle religies hier zo vlot samenleven. Ook telkens ik een compound binnenkom, sta ik versteld van de gemoedelijkheid en het gemeenschapsgevoel tussen de verschillende gezinnen. Deze samenleefvorm rond een gemeenschappelijke binnenplaats waar samen gekookt, gewassen, gespeeld, enz wordt, zou mij toch wel liggen denk ik. Eens thuis geef ik de vis die ik gekocht heb aan mijn gastgezinmoeder. Aan haar blik te zien, was het toch niet genoeg (8 vissen!) en niet de beste keus, maar ik krijg toch een ‘god bless you’ terug. Nu haar stem hees is en nóg zwaarder en dieper klinkt, heb ik toch weer wat meer schrik gekregen van de kwade blikken van mijn gastgezinmoeder. Ik zal er maar van uitgaan dat ze het niet persoonlijk op mij gemunt heeft als ze weer eens zo’n strenge blik en hele preek in het Twi afsteekt. ’s Avonds gaan we nog in een winkeltje Kenky gaan kopen en kruipen we vroeg ons bedje in.

Ziezo, het was weer een hele boterham maar ik hoop dat jullie het toch aangenaam vonden om te lezen. Omdat ik telkens maar heel kort in het internetcafé ben, heb ik te weinig tijd om persoonlijk op de reacties te antwoorden, maar wees er maar zeker van dat ze gelezen en zeer geapprecieerd worden! Bedankt daarvoor en heel graag tot een volgende!

Akosia

Foto’s

9 Reacties

  1. Karel:
    28 november 2012
    Dag Katrijn,

    Ook vanuit Brugge volgen we jouw verhalen op de voet. Wat een schrijftalent! Moet je zeker iets mee doen nadien...
    Geniet! Geniet! Geniet! Keep smiling... maar laat je vooral niet doen!
    Ik bewonder je ondernemingszin. Je zal het nog ver schoppen meid. Wat een ervaring voor het leven!
    Een warme knuffel ook van Thomas en Ruth,

    Isabel
  2. Mama:
    28 november 2012
    Dag dochter,
    Welke belevenissen daar allemaal! Her zal een hele verrijking zijn voor je verdere leven.
    Hou je goed en blijf voorzichig.
    Liefs. X
  3. Tante Claudine:
    29 november 2012
    Dag Katrijn,

    We hebben terug mogen genieten van een heel boeiende verhaal... leest als een trein!!!
    Het is bewonderenswaardig hoe jij al jouw belevenissen kunt verwoorden!!!
    Doe zo verder,je bent heel goed bezig!!!
    We zijn trots op jou!

    Groetjes uit Vichte
  4. Sarah & Mathias:
    29 november 2012
    Dag Katrijn, prachtig hoe je alle situaties en ervaringen beschrijft! Ti's fantastisch om te lezen dat ge het daar goed hebt, en het doet mij elke keer terugdenken aan Rwanda, ook al zal het iets helemaal anders zijn :) vele groetjes Sarah en mathias
  5. Kathleen:
    29 november 2012
    Dag Katrijntje,
    Nooit gedacht om een boek te schrijven? Amaai...leest zo vlot. Zeg, ik zou beter ook eens afkomen zeker, mogen hier ook enkele kilootjes af :). Zijn hier wel content dat alles goed is met je. We wachten steeds vol spanning af wanneer we weer iets van je horen, want we blijven je volgen. Nog veel groetjes en tot binnen 5 weekjes. Kathleen
  6. Agnes:
    2 december 2012
    Dag Katrijn,
    Schitterend hoe jij je daar kan inleven en toch altijd jezelf probeert te blijven.
    Ik vind het ontzettend mooi om jouw verhaal te kunnen volgen. Ik kijk al uit naar volgende week.
    Groetjes
    Agnes
  7. Tom Demunter:
    2 december 2012
    Dag katrijntje.

    altijd een plezier om al uw escapades te lezen. Het lijkt soms op een tv serie. alles lijkt zo levendig. allé je kan al met een echtgenoot terug keren :) hou u goed ginder en geniet er nog van!!

    groetjes

    Tom
  8. Christine en jacques:
    7 december 2012
    Hallo Katrijn
    Wat is het fijn om elke maal u verhaal te lezen.We kijken er elke week naar uit.Niet zo gemakkelijk voor jouw,maar met je doorzettingsvermogen heb je toch al heel wat gepresteerd.Hou zorg voor jezelf.
    vele groetjes
    Jacques en Christine
  9. Renaat Terras:
    7 december 2012
    Hoi Katrijn,wat een belevenissen allemaal zeg!! En al die schrijfsels spaar die maar op en geef die maar uit in boekvorm,want het leest als zoete broodjes!! En hulp daarbij zal je wel krijgen want je hebt al een auteur in de familie die het allemaal in goed banen kan leiden!Ik heb ook bewondering voor je moed om er in zo'n chaotisch land er op uit te trekken!Terwiijl ons land hier vol staat met borden en richtingsaanwijzers en we er soms zelfs met een gps moeilijk geraken stap jij zomaar van de ene taxi in de andere trotro om in the midle of nowhere zomaar rond te trekken! Ik zou het niet durven!Geniet nog verder van je avontuur en laat je niet doen door je guestmom!! One slap = one slap back!!! Groetjes uit het koude (2°C) Anzegem nu!!! RENAAT. :-) ;-) <3