Het Ghanese dagelijkse leven.

6 december 2012 - Accra, Ghana

Lieve bloglezers,

Hier ben ik weer terug met een weekverslagje uit Ghana. Dit verslag werd opnieuw met een race tegen de klok geschreven en de achterstand wordt steeds groter, maar ik hoop het dit weekend in te halen en dan ook wat foto`s te kunnen uploaden. Dit is trouwens de eerste keer dat mijn gastgezinmoeder niet zit mee te loeren op het scherm. Niet mis!

Maandag 26 november

Na het leuke weekend en de leuke thuiskomst gisteren hebben we weer zin om het Ghanese dagelijkse leven op te nemen en ons nuttig te maken op het werk. Na een enthousiaste ochtendwandeling (ik kan er echt van genieten om naar iedereen te zwaaien en hier en daar een praatje te maken), vliegen we er al meteen goed in. Het is een drukke dag met heel veel patiënten en Esther en ik hebben onze handen vol. Heel veel tijd om haar technieken aan te leren en deze in te oefenen was er dus niet, maar ik heb een beetje gedelegeerd en haar een aantal oefeningen laten geven in de zaal aan wat rug- en beroertepatiënten. Uiteraard tot ze moe was, want na 1,5 uren, liet ze mij in de steek en deed ze een dutje in de oefenzaal tussen de patiënten. Tjah… Ik heb van 8u tot 15 uur zonder pauze constant patiënten behandeld. Phoeh! Gelukkig was ik goed uitgerust van het weekend en had ik dus net energie en motivatie genoeg. Op de terugweg van het ziekenhuis besliste ik eens een ‘shortcut’ doorheen de jungle en moeras uit te proberen. De mensen die hier wonen hadden mij nog niet ontmoet dus ik was opnieuw een grote bron van entertainment. Iedereen, maar echt iedereen, zei goedendag en als ik iets in het Twi terugzei dan gierdrn ze het uit. Ik ging op mijn oriëntatiegevoel af en liep langs hutjes, over kleine beekjes, langs bananenbomen en andere dichtbegroeide stukken, tot een te grote beek mijn weg naar huis versperde. Dan ben ik maar een stukje teruggekeerd en heb uiteindelijk gemakkelijk de weg gevonden. Dit wordt mijn nieuwe route, echt leuk! Wanneer ik het laatste stukje steil naar boven loop, zag ik (heel laat) dat Akua Mariam bovenop de helling staat. Blijkbaar had ze van het huis het ‘obruni’ geroep in het dal gehoord en mij al een hele tijd kunnen volgen. Big Brother is watching me! Bij mijn thuiskomst hebben we wat rondgewandeld in de straat en een aantal boodschappen gedaan, of liever laten doen. Akua Mariam sprak onderweg 4 keer kinderen aan en gaf hen geld om iets te gaan halen. Rond 17u kwamen ze dan allemaal bij ons thuis binnengedruppeld met gedroogde ‘plantain’, vissen, tomatensaus, houtskool. Aan 1 meisje had ze blijkbaar gevraagd om banku te maken. Het vuur werd in gang gestoken en bijna 1,5 uur heeft dat meisje in die pot met gedroogde ‘plantain’ en water zitten stampen om er een papje, banku, van te maken. Akua Mariam vraagt of ik spaghetti of rijst wil om te eten, maar ik zeg dat ik eigenlijk heel graag ook banku wil eten. “Are you sure?” “Ofcourse!” Nu mijn darmen het weer aankunnen wil ik echt eten zoals zij eten! “Ook met de soep?” “Bring it on!” Ze kijkt stomverbaasd naar mij en geeft mij met een bezorgde blik het eten. De soep bestaat uit een soort tomatensaus met hot pepper en onkruid (of daar lijkt het toch op). Ze geeft mij ook bestek, maar ik heb eerder al gezien dat iedereen het met zijn handen eet, dus ik doe het ook gewoon met mijn handen. Eerst een beetje van de warme bol banku nemen, dan in de saus doppen, eventueel een stukje vis erbij en smullen maar! Superlekker! Ik eet alles wat ze me gegeven had helemaal op en wanneer ze dat ziet zegt ze dat ik haar heel gelukkig gemaakt heb. Iemand gelukkig maken door lekker te eten, gemakkelijk hé? ;-) Wanneer we ’s avonds nog een wandelingetje maken, vertelt ze iedereen dat ik banku gegeten heb. Precies of het een grootse prestatie is... De vis, inclusief hoofd, schat ik dan toch hoger in op die eetprestatie rangschikking. 

Al van ’s ochtends werkt de elektriciteit niet en wanneer ik ga slapen is het nog steeds niet opgelost. Ideaal, zo is er toch een beetje minder lawaai… Nog een massage voor mijn gastgezinmoeder by koplamplicht en dan tijd voor verdiende nachtrust, want er voelt er zich toch eentje moe.

Dinsdag 27 november

De werkdag begon rustig zodat ik goed aan de therapieplannen op de grote papieren kon werken. Rond 9u30 was het echter gedaan en leek het alsof er plots een overvolle trotro met patiënten gearriveerd was. Op 10 minuten tijd zat de oefenzaal helemaal vol en stond er een lange wachtrij voor mijn gordijntje. Ik behandelde opnieuw de ene patiënt na de andere, maar in plaats van kleiner te worden, leek de wachtrij steeds langer te worden. Uiteraard muisde Esther er ook opnieuw vanonder en zat ze maar een beetje te praten met de mensen in de zaal (stel u voor dat ze te moe zou worden…). Ik voelde de moed beetje bij beetje wegzakken en vooral fysiek werd het echt lastig om de ene mobilisatie na de andere te geven. Rond 14u is de laatste patiënt weg en leg ik mij ostentatief op de bank om een beetje uit te rusten, terwijl iedereen naar de verkiezingsdebatten op tv zit te kijken. Rond 14u15 komt er echter iemand met krukken binnen, maar aangezien de televisie interessanter is, krijgt de persoon buiten een goedendag geen aandacht. Ik weet niet wat de bedoeling is en trek het mij ook niet aan. Ik heb tenslotte al genoeg gedaan. Rond 14u55 kijken ze dan eindelijk in zijn dossier en zegt de dokter dat hij in zijn onderzoekskamer mag binnengaan. Hij geeft mij het dossier, zegt dat ik hem maar moet onderzoeken en therapie moet geven en verdwijnt weer om naar de debatten te kijken. Ik heb het – ten goede van de patiënt – dan maar gedaan, maar het was toch frustrerend om te zien dat ze eerst een patiënt bijna 45 minuten laten wachten, om hem dan als het tijd is om naar huis te gaan, naar mij door te schuiven en zelf niets te doen. Luieriken! (Voila, het is er bij deze weer uit… ;-))  Wanneer ik uiteindelijk rond 15u40 mijn boeltje wil pakken, merk ik dat Esther de letters die ik op 1 van de grote papieren getekend had, ingekleurd heeft, maar dat echt heel slordig gedaan heeft (buiten de lijnen, vol strepen,…). Het lijkt wel gekleurd door iemand die zelf een beroerte gehad heeft. Wanneer ik zeg dat ik zie dat ze verder gewerkt heeft aan mijn papieren, zei ze trots dat ze mij wou helpen en doet ze de laatste letter. Ze neemt de stift op een heel rare manier vast en haar fijne motoriek blijkt echt niet in orde. Echt ongelofelijk en vreselijk om te zien! Pfff, ik weet wel betere manieren om mij te helpen hoor!

Wanneer ik na de avontuurlijke wandelroute thuis kom, zit mijn gastgezinmoeder buiten te praten met een jonger meisje. Ik zeg ‘maaha’ (goedemiddag), maar krijg een argwanende blik terug. Onder het smoesje om even te helpen bij het eten, roept mijn gastgezinmoeder me binnen en zegt dat ze het meisje ook niet kent, maar ze er net binnengewandeld was en gezegd had dat ze een spiritueel persoon was en als ze haar geld zou geven, ze haar plaats in de hemel kan afkopen. Als ik haar vraag of ze het geloofd, zegt ze dat ze haar twijfels heeft bij de echtheid van haar verhaal, maar toch op zeker wil spelen door eten voor haar te maken. Vervolgens laat ze mij dus een 30 minuten bij dat (excuseer) raar wicht zitten. Ik heb niets tegen spirituele zaken, in tegendeel, maar binnenkomen en jezelf een spiritueel iemand noemen die in connectie staat met God en in dezelfde zin ook onmiddellijk geld vragen, lijkt mij niet echt correct. Iedereen kan zichzelf zo een spiritueel mens noemen om overal geld af te troggelen. Toen ik daar buiten zat wou ik dus ook een beetje uitpluizen wie ze juist was en hoe ze denkt, maar op al mijn vragen krijg ik enkel rare hooghartige blikken terug. De eerste woorden die ze naar mij richt zijn dan ook “bring me some fresh water”. Als ik zeg dat ik in mijn kamer enkel lauw water heb, zegt ze dat ze weet dat we een frigo hebben en ik het daar dus uit kan halen. Hierop zeg ik dat ik het zal vragen aan Akua Mariam omdat dat mijn water niet is, waarop ze met een wegwerpgebaar en kwaad een aantal zinnen Twi zegt. Akua Mariam heeft het blijkbaar gehoord en kwam snel met een zakje fris water. We zitten verder een beetje dwaas naar elkaar te kijken en na een aantal minuten zegt ze “I’m a spirit, give me money”. Potverdikke, ik weet niet of het was omdat ik moe was, maar dat was blijkbaar de druppel. Ik zeg (beleefd!) dat ik denk dat als ze een echte ‘spirit’ zou zijn, dat niet zo onmiddellijk zou vragen en ook op spiritueel vlak mij dan zaken moet kunnen geven en doen voelen (een echt warm persoon kan je haar in ieder geval al niet noemen). Ik zeg dat ze het dus als eventuele ‘spirit’ op andere subtielere manieren zou moeten kunnen verdienen of afdwingen, zonder het rechtstreeks te vragen. Ik leg haar uit dat ik denk dat een mens iets goed moet doen uit zichzelf en voor de ander en dat geld geven aan een (zelfverklaarde, maar zo heb ik dat niet gezegd) spirit die er rechtstreeks om vraagt, mij te gemakkelijk lijkt om je plaatsje in de hemel af te kopen. Hierop staat ze recht, begint te brullen en met haar armen boven mijn hoofd te wapperen en een hele parlée in het Twi af te steken. Ook al verstond ik er niet veel van, het leek in ieder geval niet echt positief te zijn. Wanneer ik hierop beslis gewoon naar binnen te gaan, zegt mijn gastgezinmoeder dat ze mij vervloekt heeft en zei dat ik in de hel zou belanden. Als ik haar vraag of ze kwaad is omdat ik zo reageerde, zegt ze dat ik eigenlijk zei wat ze aan het denken was en dat haar twijfels in haar echtheid nu nog groter geworden zijn, maar dat ze toch nog het eten zal geven, want je weet maar nooit…

Wanneer ze eindelijk weg is, doen we weer onze dagelijkse bezoeken in de straat. Ik speel wat met de kindjes op straat (ze herinneren zich nog allemaal het peace en love teken met de handen dat ik hen leerde) en probeer het obruni-gepraat te negeren. Van de dokter krijg ik ook 3 cedi om eens Malt (drankje) te kopen, beetje vreemd. De elektriciteit is opnieuw uitgevallen en aangezien het al donker is wanneer het eten klaar is, eet ik buiten banku terwijl Akua Mariam naar mij zit te schijnen met mijn zaklamp, maar ik haar dus niet kan zien. Ze zegt ook dat de vis die erin zit, deze is die ik zondag gekocht had. Damn, eigenlijk had ik daar zelf echt geen zin in,… Ik doe mijn best om toch zo smakelijk mogelijk te knabbelen aangezien ik letterlijk in de schijnwerpers stond en dus ferm in de gaten gehouden werd.

’s Avonds opnieuw een avondwandeling gemaakt en wanneer twee kleine kinderen een paar huizen van hun huis gewoon op de grond in slaap vallen, nemen we elk één in onze armen en brengen ze naar hun huis. Degene die ik vast neem blijft gewoon rustig doorslapen. Gelukkig, want eerder vandaag bleek hij toch wat schrik van de obruni te hebben. Ik denk dat als hij wakker geworden was, hij de shock van zijn leven gehad zou hebben.

Wanneer ik in mijn bed wil kruipen zegt mijn gastgezinmoeder dat ze na de massage gisteren supergoed geslapen heeft en ik dat wel nog een keer mag doen. Hup, de koplamp dan maar aan en met mijn laatste energie nog een massage geven aan een naakte vrouw op de grond. Ik denk niet dat dit ooit zal wennen. ;-)

Woensdag 28 november

Deze morgen ben ik opgestaan midden in een droom waarbij ik in AZ Groeninghe aan het werken was en drie patiënten zich verstopt hadden om te slapen en er net meer dan 15 stagiairs, in knalroze pakjes, waren, die mij allemaal aan het uitlachen waren. Dit alles met het achtergrondgeluid van een Ghanese radiozender met Twi gepraat. Tjah, als de radio van 4 uur ’s morgens zo luid staat moet hij wel een invloed hebben op je dromen. Diezelfde radio- en tv-geluiden, die deze dagen trouwens constant over ‘peace’ bij de verkiezingen gaan, worden deze ochtend trouwens overstemd door niet zo ‘peaceful’ gekibbel tussen mijn gastgezinmoeder en een vrouw die pampers verkoopt. Als de grootmoeder haar even later ook nog eens gaat moeien, is het hek helemaal van de dam. Wanneer ik passeer om water te gaan halen kon ik me niet inhouden om “peace” (het woord dat ik deze ochtend alleen al zeker 30 keer gehoord had) te zeggen en het ‘peace’-teken te doen met mijn handen. Daarop beginnen ze alle drie keihard te lachen om dan nog geen één minuut later de decibel-oorlog weer te laten losbreken.

Vandaag ging ik voor het werk met mijn gastgezinmoeder naar het ziekenhuis met Akosia voor een maandelijkse check-up. Eens aangekomen hebben we veel bekijks en komt iedereen naar ons toe. Niet alleen mijn aanwezigheid maar ook blijkbaar de memorabele bevalling van Akosia (2,5 maand te vroeg geboren) blijken daarvoor te zorgen. Iedereen komt een praatje slaan en handen schudden. Een vroedvrouw geeft mij ook onmiddellijk een rondleiding en laat me alles, maar dan ook echt alles zien: de wachtkamer, het kabinet van een dokter, de bevallingsruimte waar iemand ligt te bevallen, de wachtruimte waar iemand met weeën alleen ligt af te zien, de afdeling waar de kersverse moeders en hun baby’s verblijven,… Plezant! Vrouwen bevallen hier alleen. In de bevallingsruimte of in de materniteit is geen enkele man te bespeuren. Toch raar! Men blijkt hier ook redelijk hardhandig met de patiënten om te gaan. Terwijl ik tegen de bevallende vrouwen succes zeg en de kersverse moeders proficiat wens, roept de vroedvrouw dat ze moeten stoppen met huilen en roepen en niet zo zielig mogen doen. Na de rondleiding neem ik plaats naast Akua Mariam en krijg ik een peuter op mijn schoot. In mijn zak had ik de compressen en soort tape die ik van België meegekregen had (dank u Stephanie en Bert!) gestopt en aangezien ik bij dit ziekenhuis een zeer goed gevoel had én ze niet gesubsidieerd worden (wat er ook aan te merken is), geef ik het materiaal aan de directeur van het ziekenhuis. Ze zijn er heel tevreden mee, zeggen dat ze dat vaak tekort hebben en beloven het dus nuttig te gebruiken. Ondertussen zijn er al heel wat moeders (30-tal) met kleine kinderen bijgekomen. Na 1,5 uur gewacht te hebben, schieten de zorgverleners eindelijk in gang. Eén voor één worden de moeders gewogen en de bloeddruk genomen en wordt er heel snel eens oppervlakkig naar de baby gekeken. Als iedereen de revue gepasseerd is, is het tijd voor de weging van de kleintjes. Al de baby’s worden van kleren ontdaan en in een eigen draagdoek aan de weegschaal gehangen. Best grappig! Akosia, is met 11 kg voor 7,5 maanden helemaal goedgekeurd en na nog even alles gezellig samen een aantal kerkliederen gezongen te hebben, zijn we klaar om te vertrekken.

Wanneer ik 2,5 uren later dan anders in het ziekenhuis toekom, blijken veel patiënten gewacht te hebben tot ik er was. Tijd voor actie dus! Esther is nergens te bespeuren. De laatste patiënt van de dag, is een patiënt waar ik al de hele week naar uitkijk. Vorige week kwam deze oude rolstoelafhankelijke vrouw, die meer dan een jaar geleden een beroerte gehad had al langs en toen zei de dokter dat er niet veel meer mee aan te vangen was en werd ze enkel even uit haar rolstoel geheven en in de standing geplaatst. Toen ik heel even een onderzoek en mobilisatie mocht doen, merkte ik dat ze er toch niet zo slecht aan toe was als het functioneel op het eerste zicht leek. Vandaag wou ik na wat oefeningen en de standing dan ook echt heel graag eens proberen om recht te staan en misschien zelfs te stappen tussen de evenwijdige baren. Wanneer ik de dokter zeg wat ik van plan ben, zegt hij dat dat echt niet mogelijk is en dat ik daar mijn tijd niet moet insteken. Ik twijfel een beetje, want ze heeft wel al meer dan een jaar niet meer gestapt of rechtgestaan, maar wie niet waagt niet wint dus ik trek mijn stoute schoenen aan en wanneer hij zich terugtrekt in zijn bureautje om naar de radio te luisteren, waag ik mijn kans. Met de techniek met de stoel (waarbij je voor de patiënt zit) die ik in AZ Groeninge geleerd heb (waarvoor dank! ;-)), lukt het haar om recht te staan en met wat hulp van mij om te stappen, jieeehooeeww! De talrijk meegekomen familie is stomverbaasd en de blik in de ogen van de vrouw is echt onbetaalbaar. Dit is waarom ik kinesitherapie heb gestudeerd en waarom ik hier ook ben! Er is nog een lange weg te gaan, maar ik denk niet dat het onrealistisch is dat deze vrouw ooit zelfstandig met een hulpmiddel en eventueel een orthese kan stappen. Het potentieel had ze in zich, maar ze had gewoon iemand nodig om haar het nodige duwtje en vertrouwen te geven. Terwijl ik bezig ben, komt Charles binnen. Bij deze zaak laat ik me graag betrappen. Waarschijnlijk een beetje in zijn eer gekrenkt, zegt hij niets en is hij snel weer buiten. In tegenstelling tot in Rwanda, is een handicap hebben hier niet echt een taboe, maar het betekent jammer genoeg wel het einde van heel veel dingen, aangezien men er vaak in berust en zich in de rol van ‘nietskunnende’ wentelt. Daarom lijkt kinesitherapie mij hier toch geen overbodige luxe en toch ook een belangrijke rol te hebben om net dat duwtje te geven die vaak mankeert om hun leven weer op te nemen, dromen en doelen te hebben, te genieten, kortom opnieuw te leven. Net wanneer ik wil weg gaan uit het ziekenhuis, komt de bewaker met bananen en noten af. “Eat! I want you, as my wife, to become fat!”. Allé tof! ;-) Maar smaken doet het toch! Wanneer ik dan uiteindelijk echt wil vertrekken merk ik dat Esther ongevraagd de helft van het zakje noten in 1 keer in haar mond gestopt heeft. Ik wil gerust delen, maar ik had het toch leuker gevonden als ze het gevraagd had.

Wanneer ik thuiskom, is het jammer genoeg weer eens tijd om mijn kleren te wassen. Mijn gastgezinmoeder is na haar middagdutje blijkbaar met haar verkeerde been van haar deken op de grond gestapt want met een boos gezicht en een grote zucht, zegt ze dat ze er echt geen zin in heeft en hoofdpijn heeft. Aangezien ik door mijn voorraad onderbroeken en propere kleren zit, zeg ik dat het echt nodig is, maar dat ik het uiteraard wel alleen zal doen. Ik verzamel alle benodigdheden en begin eraan, maar als ze ziet hoe ik sukkel (dit is echt niet eenvoudig!) zet ze zich er met een zucht bij en neemt ze telkens de kleren die ik denk gewassen te hebben, uit mijn handen en doet ze het opnieuw. Ik zeg constant dat het wel zal lukken, maar ze wil perse helpen en zit terwijl wel constant te zuchten en te klagen. Tjah, ik heb dan liever dat ze niets doet, zodat ik me ook niet schuldig hoef te voelen. Alhoewel, ik bak er eigenlijk echt wel niets van en mijn kleren zouden echt niet proper zijn als ik het alleen zou doen. Hopelijk baart oefening hier ook kunst! Wanneer we naar de winkel willen gaan, zegt Akua Mariam plots dat ik mijn mond moet opendoen, waarop ze met een tandenstoker tussen mijn tanden begint te friemelen. Blijkbaar zat er nog een stukje noot tussen mijn tanden. Genant! Op onze tour passeren we opnieuw langs het kleine jongetje die doodsangsten van mij heeft. Opnieuw duwen ze hem spartelend in mijn armen, maar wanneer ik in het Twi vraag hoe het gaat, zegt hij ‘goed’ en hij zwaait ook door zijn tranen heen als we vertrekken. Toch een kleine verbetering…

’s Avonds heb ik spaghetti gegeten met zeer pikante tomatensaus en ben ik naar het internetcafé geweest. Er werd ook gepland om naar een pasgeboren baby te gaan kijken, maar dat is om ongekende redenen niet doorgegaan. Wanneer ik uit mijn koffer 2 kleine babyhemdjes haal om aan de pasgeborene te geven, zegt ze dat de baby van Akosia dat ook ooit zal kunnen gebruiken. Als ik zeg dat ik er ook nog voor haar heb en ze echt heel graag aan die mensen wil geven, zegt ze het bij haar cadeau voor de baby te steken. Ik geloof er niet veel van en zal het zeker in de gaten houden. Ondertussen heb ik een lijstje gemaakt met spullen dat ik aan mensen wou geven, maar die zij momenteel ‘in bewaring’  heeft. Bij gelegenheid ga ik haar daar toch eens mee confronteren en vragen waar al die zaken zijn, zodat ze hopelijk nog bij de juiste persoon terecht zullen komen. De avond wordt afgerond met een computerles aan  Abena (de Whitney Houston – zangeres) tot een elektriciteitspanne roet in het eten gooit en we dan maar in ons nest kruipen.

Donderdag 29 november

Donderdag = uitputtende dag, dus wanneer ik opsta heb ik er eerlijk gezegd weinig zin in. Zeker omdat Esther deze week weinig interesse heeft in nieuwe kennis en vaardigheden en constant zegt te moe te zijn én de patiënten telkens een mobilisatie of massage (= relaxen voor hen, arbeiten voor mij) willen en geen of zo weinig mogelijk oefeningen (= arbeiten voor hen en commanderen en iets minder arbeiten voor mij). De voorbije dagen waren best lastig geweest en ik voel me als een 100-jarige die een marathon gelopen heeft. Ik strompel naar het werk en wanneer ik aankom staan al 2 patiënten voor een gesloten deur te wachten. De ene patiënt zegt vreselijke pijn te hebben in haar rug en benen en smeekt me om haar te helpen. Ze had ook op mijn vraag deze keer de röntgenfoto’s van haar rug meegebracht. Jandaddewadde, dat leek wel de rug van een 170-jarige! Helemaal versleten, ingedeukt, afzakkingen,… Daar kan je als kinesitherapeut jammer genoeg weinig tegen beginnen en buiten enkele pijndempende technieken en adviezen heb ik dan ook niet heel veel kunnen doen. Ze zei wel dat ze apprecieerde dat er eindelijk eens iemand deftig naar de foto’s gekeken heeft en haar uitgelegd heeft wat er aan de hand is en gaf me als bedanking 10 appelsienen. Verder behandel ik opnieuw de ene patiënt na de andere en voel ik me steeds futlozer worden. Ik krijg krampen in verschillende spieren en elke beweging is lastig. Gelukkig wordt mijn dag een beetje opgevrolijkt wanneer ik zie dat Esther een patiënt aan het behandelen is met een techniek die ik haar geleerd heb, woehoe! Zoals enkelen onder jullie het zeiden: het zit in de kleine dingen hé… Ook Kennedy passeert de revue. Vandaag proberen we te stappen met een rollator en tot zijn en eigenlijk ook een beetje mijn verbazing lukte het zeer goed. Hij is heel blij met de stap vooruit en ik heb zo toch weer een beetje voldoening van mijn dag. Hij zegt ook constant dat ik een grappige madam ben en dat hij de therapie fantastisch vindt. Blij dat hij mijn moeite en entertainment apprecieert. ;-) Sinds deze week filmen Kennedy en Kofi trouwens de behandelingen. Wanneer ik vraag wat ze ermee van plan zijn doen ze er heel geheimzinnig over. Ik ben benieuwd... Vandaag heb ik ook het misverstand dat ik betaald word door de Belgische overheid om hier te komen werken, uit de wereld geholpen. Wanneer de laatste patiënt weg is rond 14u30 doe ik een dutje op 1 van de behandeltafels maar ik word brut gewekt door de bewaker. Hij heeft opnieuw bananen, mango en noten mee, zodat ik vet word en mijn huid zou blinken. Hopelijk wordt hij niet te serieus, want hoewel ik hem wel duidelijk maak dat hij geen hoop moet koesteren, blijft hij toch wel heel aanhankelijk. Esther, die na 2 behandelingen al zegt dat ze moe is, zat trouwens tijdens mijn korte dutje stomweg keihard te fietsen op de hometrainer… Hallo, efficiënt aanwenden van energie?

Wanneer ik thuiskom staat het huilen mij van de vermoeidheid precies nader dan het lachen en wil ik eigenlijk gewoon recht mijn bed in kruipen maar Akua Mariam wil naar de markt gaan. Normaal vind ik een bezoek aan de markt altijd fantastisch, maar nu was het precies niet de goede moment. Ik neem al mijn moed tesamen, we binden Akosia op mijn rug en gaan naar de chaotische overvolle markt. Opnieuw ben ik weer de attractie van de markt en ontstaan veel gejoel als ik passeer. Op zich wel plezant, maar het kost me net iets teveel moeite om er echt van te kunnen genieten. Wanneer we thuiskomen dumpt Akua Mariam overactieve Akosia bij mij terwijl ze eten (banku met soep van onkruid, of zo ziet het er toch uit) maakt. Rust is me blijkbaar niet gegund vandaag! Ook ’s avonds niet, wanneer we in de compound aan de overkant van de weg op bezoek gaan en alle kinderen aan mij hangen en met me willen spelen. Er wordt muziek opgelegd en er ontstaat ook nog een heuse kinderparty waarbij iedereen zijn beste dansbewegingen uithaalt. Even probeer ik actief mee te doen, maar aangezien ik echt stond te trillen op mijn benen, ben ik al snel in de rol van fotograaf gekropen. Men wil dat ik constant foto’s neem en terwijl de 2 kleinsten op mijn schoot in slaap vallen, neem ik meer dan 300 foto’s. Wanneer ik rond 21 uur vraag of het goed is als ik naar huis ga, kijkt iedereen ontgoocheld en voel ik me een beetje een ‘partycrasher’ (verpesten van het feest). Om de dag mooi af te ronden, eten ik en Akua Mariam nog gezellig buiten de mango’s op die ik van Erik, de bewaker in het ziekenhuis, gekregen heb en waarop Akosia al een uur had gesabbeld, njammie! Net zoals het andere afval, gooide ze ook de pit zomaar over de muur rond haar huis, maar deze keer bleek daar dus iemand te lopen en aan de ‘ai’ te horen, was het blijkbaar raak. Moeilijk om u dan te bedwingen om niet te lachen. Wanneer ik zeg dat ik wel eens haar broer en andere familie wil zien, zegt ze dat ze er heel graag met mij eens naartoe zou willen gaan in het weekend. Het feit dat ze net aan de Boti falls, naar het schijnt hele mooie watervallen, wonen, is mooi meegenomen. Ik kijk er al naar uit!

Opnieuw een uitputtende dag en ik kruip dan ook doodop in mijn bed  In mijn dagboek sloot ik deze dag dan ook af met een veelzeggende ‘I’m dead’!

Vrijdag 30 november 2012

Yes, na de fysieke uitputtingsslag deze week, gaan we opnieuw een weekendje herbronnen. Dit weekend staat Nzulezo (Western Region) op het programma, een afgelegen dorp gebouwd op palen in een groot meer. Hoe leuk het tijdens de week (meestal) ook is, om mij telkens volledig in te zetten kost het toch ook heel veel energie, en een beetje ontspanning en momenten voor mezelf tijdens het weekend zijn dan ook welgekomen. Eerst trek ik opnieuw richting Akoti Junction (2,5 uur met de trotro) van waaruit ik samen met de Nederlandse Marieke de reis zal verderzetten. Al snel vind ik Marieke en de juiste plaats om een trotro naar Takoradi te nemen. Terwijl we staan te wachten, floept de harde 1,5 jaar-lens van Marieke uit haar oog. We zoeken en zoeken, maar na 25 minuten lijkt het hopeloos. Wanneer een meisje vraagt wat we aan het zoeken zijn, bukt ze haar en na minder dan 10 seconden vindt ze de lens ter waarde van 80 euro terug. Blijkbaar hebben ze hier uitstekende ogen. Algemeen zie je hier ook weinig mensen met een bril. Geen idee of ze hier goede ogen hebben of gewoon geen geld en voorzieningen voor een bril. Iets om uit te pluizen! Na een lange en vooral heel warme rit van meer dan 3 uren, waarbij we onderweg een ijsje en ‘fried plantain’ kopen door het raampje van de trotro, komen we aan in het zeer drukke Takoradi. Al snel hadden we een ticketje richting Beyin bemachtigd. Aangezien de bus pas 2 uur later vertrok, konden we zittend op een bankje bijna alle voedingswaren en andere levensmiddelen die Ghana heeft, zien passeren op hoofden. Hier ga je niet gaan winkelen, de winkels komen gewoon naar je toe. Zo eten we, zonder een voet te verzetten, een broodje met chocopasta, kopen we een drankje, zakjes water en enkele koekjes. Terwijl we wachten nemen we ook een bezoek aan het eerste openbare toilet dat ik in Ghana al gezien heb. In een vervallen gebouwtje krijg je voor 17 cent een beetje toiletpapier en kan je je behoefte doen in een normaal toilet. Daarna komt er een mannetje met zeep om je handen te wassen onder een kraantje. Grappig! Rond 14 uur konden we eindelijk vertrekken richting Beyin. Al snel belandden we in de file en als je met 18 in een kleine trotro zit, betekent dat een nogal zweterige boel. De beenruimte was ook heel beperkt, wat niet zo handig is als je krampen in je benen krijgt. Terwijl ik me in bochten wring om de ene kramp eruit te krijgen, schiet er ergens anders een kramp in. Geen zicht! Na een dik uur, verlaten we de asfalten weg en gaan we off road langs een stoffige weg. Hoe verder we langs de kustlijn rijden, hoe verder de dorpen van elkaar verwijderd zijn en hoe meer het echt lijkt alsof we het einde van Ghana bereiken. Er blijkt ook iets mis te zijn met de wagen, waardoor we iedere 20 minuten moeten stoppen om wat vloeistof ergens onder de motorkap te gieten. We passeren langs twee vluchtelingenkampen (waar mensen naartoe vluchten voor het geweld in Ivoorkust) , waar mensen in tenten en zelfgemaakte beschuttingen van hout en dekens leven. Na een rit van opnieuw iets meer dan 3 uren stopt de bus plots in een klein dorpje en blijkt dat dit Beyin is. In tegenstelling tot wat we dachten, dus geen grotere stad met Westerse voorzieningen maar een klein dorpje met houten hutjes en slechts 1 straat. Snel komt onze gastheer Steve ons tegemoetgelopen en worden we naar ‘Apollonia Beach Guesthouse’ vergezeld door een hele bende kinderen. Onze verblijfplaats blijkt een houten hut op palen te zijn op het strand op ongeveer 5 meter van de waterlijn. Fantastisch! Dat er geen elektriciteit, slechts een primitief toilet en een emmer met vuil water om je te wassen, een ingezakt bed vol dode insecten met vuile lakens en een muskietennet vol gaten is, maakt het er niet minder idyllisch op. I love it!

’s Avonds gaan we eten in het luxueuzere ‘Beyin Beach Resort’. Een prachtige locatie midden een palmbomenbos met verschillende verzorgde hutjes. Ik verwen mezelf en eet een pizza, dat hebben we verdiend!

 Mijn lompigheid, die me in Ghana precies nog niet veel geambeteerd had, lijkt mij in the middle of nowhere in Beyin trouwens opnieuw teruggevonden te hebben. 2 keer mijn hoofd gestoten, 2 maal tussen losliggende planken geschoten en 1 maal een trap gemist, is de trieste balans na 1 avond in het guesthouse.

Wanneer we gaan slapen komen nog een aantal mankementen aan het bed en insecten en vieze beesten boven. Dit weekend blijkt nu niet meteen het ideale moment om mijn laken te vergeten én een korte pyjama mee te brengen, maar we trachten zo weinig mogelijk na te denken en hopen dat we morgen niet onder de zandvlooienbeten of andere insectenbeten zitten. Steve, onze gastheer, slaapt trouwens als een echte bewaker voor onze deur op de houten planken. Moeten we schrik hebben? ;-) De soundtrack van de nacht bevalt mij alleszins wel: een ruisende zee en rustgevende insecten- en muizengeluiden. ;-) Slaapwel, hopelijk… ;-)

Zaterdag 1 december: Happy birthday daddy!

Wat een nacht! Ondanks de frisse zeebries buiten de hut, blijkt onze kamer een echte sauna te zijn. Hoewel ik het wel nog zag zitten om er te slapen, bleek het vies deken vol insecten en mysterieuze plekken, de warmte, het muskietennet dat bengelde in mijn gezicht, het ingezakte bed, de vreemde geluiden die ik niet kon thuisbrengen en jeuk (ingebeeld of niet?) het te halen van de rust die ik in mijn hoofd gecreëerd had. Ook Marieke had het lastig en hoewel we al sinds 20 uur in ons bed zaten, hadden we rond middernacht nog steeds geen oog dichtgedaan. Om half één was dan ook de maat vol en voor we allebei helemaal gek werden, kropen we vanonder ons muskietennet en gingen we buiten afkoelen aan de waterlijn (8 stappen van onze hut).  De maan verlichtte het strand en de zee en hoewel ik mijn bril vergeten aandoen was, was dat best een mooi moment. Wanneer we na 30 minuten op het strand een nieuwe poging willen ondernemen, merken we al gauw dat het met de deur dicht gewoon te warm is, waarop we besloten onze bagage iets dichter bij ons te nemen en de deur open te laten staan, zodat de wind van de zee kan binnenwaaien. Uiteraard gaf dat helemaal geen veilig gevoel, maar voor Marieke, dit niet zo goed tegen de warmte kan en het heel lastig had, was het de enigste oplossing. Het bleek te helpen en relatief snel verzeilden we dan toch in dromenland. Voor even dan toch, want deze omstandigheden, in combinatie met mijn sowieso rare dromen en slaapwandelgedrag én de malariapil Lariam, kon niet anders dan voor angstaanjagende toestanden zorgen. Halfs slapend, half wakker, meen ik iemand op handen en voeten te zien binnensluipen in onze kamer. Ik wil mijn zaklamp zoeken, maar vind deze niet direct. De man blijkt ook muisstil te zitten en ik durf mezelf ook bijna niet verroeren. Mijn hart gaat als een razende tekeer en terwijl ik blijf kijken naar de schim en zelfs zijn ogen zie blinken, tast ik mijn bed af naar de zaklamp. Plots komt er beweging in de schim en lijkt de man dichter te komen. Hierop slaak ik een gil en roep ik “Marieke, er zit hier iemand”. Zij schrikt haar natuurlijk rot en als ik eindelijk mijn zaklamp vind en naar de deuropening schijn blijkt er niemand te zitten. Het duurt even voor ik besef dat het zonder bril in het maanlicht en met de schaduw van wuivende palmbomen waarschijnlijk gezichtsbedrog was, maar goed heb ik erna toch niet meer geslapen.

Na de bewogen nacht zijn we rond 6 uur opgestaan. Er hangt een onweer boven de zee en het druppelt een beetje, waardoor alles er heel mysterieus uitziet. Het hokje waarin we ons zouden moeten wassen, bevat alleen echt vuile emmers met vies water, dus ik doe mijn bikini aan en neem douchegel en shampoo en ga in de regen staan. Bring it on! Jammer genoeg blijft het maar bij enkele druppeltjes, waardoor ik dan maar de zee als verfrissingsplaats ga opzoeken. Ook hier is de onderstroom heel sterk en zijn er hoge golven waardoor ik er eerder een goede scrubbeurt dan een wasbeurt aan overhou, maar ik vind het zalig. Een opkomende zon, nog niet te warm en gewoon rechtstreeks vanuit uw bed de prachtige zee kunnen inspringen... life is good! Steve beloofde ons rond 7 uur ontbijt te brengen, maar uiteindelijk arriveert hij pas een uur later met thee, brood, banaan, gebakken ei. Ookal  zijn de borden en tassen niet proper en zitten er spinnen op de bananen, op zo’n mooie plek, kan het niet anders dan smaken. Rond 9u30 konden we dan eindelijk vertrekken naar Nzulezo. Hiervoor wandelden we eerst een kort stukje tot de vertrekplaats van de kano’s, van waaruit onze gids Frederik, ons naar Nzulezo zal duwen en peddelen. De tocht is adembenemend. Het eerste stukje gaat door uitgestrekt savanne-landschap, om dan over te gaan in het ondergelopen gebied waar we tussen het lang gras, bomen, waterplanten,… varen. Aangezien het eerste stukje maar 4 voet diep is, worden we met een lange stok vooruit geduwd. Na ongeveer 20 minuten gaan we door een stukje jungle. Aangezien we de eerste zijn en stil zijn horen we veel vogels, apen,…De stilte, de overhangende bomen, het gepeddel en de dierengeluiden zijn magisch. Hierna komen we weer in open landsschap en uiteindelijk komen we op een groot en diep meer waarop we in de verte al snel het dorp zien opduiken. Wanneer we midden het meer zitten breekt de peddel in 2. Dan maar peddelen met de dunne stok en onze handen, niet zo handig en vooral traag! Nzulezo, het dorp op palen, ligt echt in de middle of nowhere en de enigste manier om er te geraken is deze kanotocht van een uur. Dit betekent dus ook dat de ongeveer 150 mensen die in dit dorp wonen, ook elk een kano hebben en als ze naar het dichtstbijzijnde dorpje, Beyin, dat ook al niet veel inhoudt willen, ze een tocht van een uur voor de boeg hebben voor ze het vasteland bereiken. Wanneer we aanmeren neemt de gids ons mee doorheen het dorp, dat slechts uit 1 hoofdstraat blijkt te bestaan en waarbij iedere familie een kleine zijstraat heeft waar ze in houten hutten op palen nauw samenleven. Het dorp heeft daarnaast ook een basisschooltje en 2 kleine winkeltjes. Toch bijzonder om dit te zien. Het is toch een heel speciaal leven als je hier geboren wordt. In 5 kilometer omtrek is er geen vasteland te bespeuren, enkel een ondergelopen jungle en grassen. Verder zien we dezelfde tafereeltjes als op het platteland: vrouwen stampen fufu, mensen en baby’s die op de planken liggen te slapen, mensen die de was doen, kleuters die naakt rondlopen,… Ik vraag me af of er hier niet af en toe iemand op die gammele planken in het water sukkelt en verdrinkt, aangezien de overgrote meerderheid hier niet kan zwemmen. Vooral de weg naar het schooltje heeft voornamelijk losliggende planken die ver uit elkaar liggen, gevaarlijk! Hoewel ik me een beetje een indringer voel in hun gemeenschap, is het toch heel fascinerend om te zien hoe men hier leeft. Ze hebben hier ook nog maar sinds 4 maanden elektriciteit. Hoewel ik dacht dat dit een toeristische trekpleister was waar dus heel veel mensen op afkomen, blijkt het net een hele rustige plek te zijn met gemiddeld slechts een tiental toeristen per dag. De guesthouse’s en het bezoekerscentrum liggen er maar verlaten bij. Hierdoor blijft gelukkig de authenticiteit toch behouden. De afgelegenheid in het uiterste Westen van Ghana zal daar wel voor iets tussen zitten, maar ik ben toch wel blij dat ik deze prachtige plek gezien heb. Op de terugweg vergezelde een bewoonster van Nzulezo ons met haar kind. De rust van de heenweg werd jammergenoeg wel verstoord door het gezang van een groep Ghanese schoolkinderen die hier op excursie kwamen, maar dat neemt niet weg dat ik er opnieuw heel erg van genoten heb. Zo’n magische plek, verscholen tussen het groen op het water, enkel te bereiken door een uur te varen, waarbij je constant niets anders ziet dan water, bomen, groen,… Op de terugweg zien we trouwens ook een waterslang. Na deze leuke ervaring eten we iets kleins in 1 van de guesthouse’s, waarna we op verkenning gegaan zijn door Beyin. Daar waren we echter al snel rond aangezien het maar 1 straat is. We blazen eventjes uit onder de palmbomen op het strand, waarna we terug naar onze hut gaan, bikini aandoen en voorzichtig pootje baden in de zee en een beetje uitrusten van de drukke week op het strand in de zon. ’s Avonds gaan we eten, kip met frietjes, in het derde guesthouse, opnieuw een mooie plek vlak aan de zee. In het pikkedonker, er is geen straatverlichting hier en iedereen lijkt te zijn gaan slapen, wandelen we terug naar onze hut. De nare ervaring van de voorbije nacht zit precies nog in mijn onderbewustzijn, want van het minste geritsel of een krab die passeert, verschiet ik mij een ongeluk. Met een zalige zeebries lezen en schrijven we nog wat op het terras van ons guesthouse en kijken we naar een fantastische sterrenhemel. Deze nacht zullen ons nog een Duitse en een Zwitser, die 3 maanden voor een bedrijf in Ghana gewerkt hebben, vergezellen in het guesthouse.

Vandaag zitten we exact aan de helft van mijn verblijf in Ghana, tijd dus om even terug te blikken. Omdat ik ambitieus en gedreven, maar realistisch en zonder teveel verwachtingen naar deze twee maanden heb uitgekeken, ben ik algemeen best tevreden over het verloop tot hiertoe. Ik heb al heel wat beleefd (plezante, schrijnende en zotte toestanden) , bijgeleerd over de wereld en over mezelf, rollercoaster aan emoties beleefd, een aantal patiënten het motiverende duwtje kunnen geven dat ze nodig hadden, de fysio-assistenten enkele belangrijke zaken kunnen bijbrengen en me – denk ik toch – goed geïntegreerd en aangepast in de gemeenschap in Akim Oda. Ik heb hier ook ontdekt dat ik het best met mezelf kan vinden en me ook alleen, op een plaats die ik niet ken, prima kan amuseren en kan genieten van alles om me heen. Ik blijk best wel flexibel en heb het niet zo moeilijk om mij te schikken naar verschillende omstandigheden. Dit besef dat je ongeacht de omstandigheden altijd kan trachten gelukkig te zijn en te genieten én hierin kan slagen, lijkt mij een belangrijke levensles.

Als ik denk over wat ik dan liever anders gezien had de voorbije weken, is het voornamelijk het gebrek aan ambitie en motivatie om kinesitherapievaardigheden te ontplooien bij de fysio-assistenten en de ‘dokter’ en het feit dat ik niet de armste lagen van de bevolking bereik met mijn kinesitherapie, maar enkel de patiënten die zich een gezondheidsverzekering kunnen veroorloven. Ook het gebrek aan communicatie met de gemeenschap en 9 op de 10 keer een gesprek dat over mezelf gaat niet kunnen volgen en me dus ook niet kunnen verdedigen als ze iets negatiefs over mij zouden zeggen, is vervelend. Maar, het is nu eenmaal ik die de taal niet machtig ben, dus daar mag ik eigenlijk niet over klagen, hoewel een beetje verduidelijking in het Engels af en toe wel aangenaam zou zijn. Verder is een klein puntje van irritatie het constant aanzien worden als wandelende portemonnee en constant afgetroggeld worden en om geld of andere zaken gesmeekt worden door velen, waaronder ook mijn gastgezinmoeder. Hierdoor kan ik de enigste persoon die er voor mij is, niet helemaal vertrouwen en moet ik thuis constant op mijn hoede zijn. Andere zaken die op het eerste zich misschien niet zo plezant lijken, zou ik niet willen veranderen, aangezien deze onder andere ook voor de verrijkende ervaring zorgen: gebrek aan privacy, gebrek aan stromend water, de vele vieze vissen die ik binnen moet krijgen,… In tegenstelling tot Marieke, die heel erge heimwee heeft, heb ik daar ook totaal geen last van. Uiteraard kijk ik er wel naar uit om jullie allemaal terug te zien, maar hier is er gewoon zoveel te beleven en zijn er zoveel zaken om mij voor in te zetten en me nuttig in te maken, dat ik dus niet met prangend verlangen naar mijn terugkomst uitkijk. Mocht ik hier nog enkele maanden langer verblijven, ik zou het helemaal zien zitten. Ik denk waar je ook bent, België, Ghana of ergens anders, je er altijd het beste moet van maken en van alle tijd en belevenissen moet proberen te genieten. Tenslotte besef ik ook dat de cultuurshock pas bij mijn terugkomst zal komen. Wanneer je hier bent, probeer je je toch ergens wat af te schermen van de ellende en armoede die je ziet en lijkt alles hier, hoe raar en verkeerd dit ook klinkt, normaal. Pas als je terugkeert, komt het besef dat het niet oké is.

Zondag 2 december

Na een echt goede nacht (onmiddellijk met open deur) staan we om 5u30 op omdat we nog een verre terugreis voor de boeg hadden. Steve had beloofd om ons omstreeks 6u15 ontbijt te brengen, zodat we ten laatste rond 7 uur uit dit verlaten gat konden vertrekken. In het schemerdonker pakken we onze spullen in en verfris ik me een beetje in de zee. Zoals vaak werd ons geduld echter opnieuw op de proef gesteld. Na nog even gebeld te hebben, arriveerde hij rond 7u15 met het ontbijt. Hij vergat daarbij wel nog de tassen en lepels, waarmee een klein jongetje dan nog eens 20 minuten later arriveerde. Opnieuw drinken we thee en eten we ei met ajuinen, brood, confituur en bananen. Opnieuw was er een hele nest spinnen in gehuisvest in de tros bananen, waardoor de eetlust wel beperkt werd.

Uiteindelijk konden we pas rond 7:40 uur vertrekken, maar een trotro richting Takoradi bemachtigen bleek al gauw ook een beproeving voor ons geduld te worden. “Je kan wachten, maar het kan heel lang duren voor er hier een trotro naar daar vertrekt, of je kan minimum een half uur in de verkeerde richting rijden, om daar dan in een groter dorp een trotro te bemachtigen richting Takoradi. Aangezien we nood hadden aan actie en een beetje ‘sideseeing’ altijd leuk is, kiezen we voor de tweede optie. We installeren ons in de trotro, wachten een kwartier tot hij vol is en wanneer de motor aangaat duikt er plots uit de bosjes een politieagent op.  Er ontstaat gebekvecht en heel wat tumult, maar het enigste dat ik ervan versta is “You are not allowed to drive”. Lap! Iedereen eruit, maar gelukkig passeert al snel een andere trotro en kunnen we er nog net bij. We zijn vertrokken voor een hele trage weg offroad langs kleine dorpjes langs de kust. Hoewel het regenseizoen achter de rug is en de wegen er dus iets beter bijliggen, rijden we ons vast op een zanderige weg. Opnieuw eruit en duwen maar! Na een uur komen we uiteindelijk toe in een iets groter dorp waar er blijkbaar af en toe wel eens een trotro richting Takoradi passeert, maar niemand exact weet wanneer. Wanneer we uitstappen belandden we midden in een verkiezingsstoet. Ditmaal niet 3 à 4 wagens met uitzinnige Ghanezen maar honderden NDC-mensen met vuvuzela’s en trompetten die dansend over de straat lopen, auto’s met boxen, trucks,… Gelukkig trekt er ons een vrouw uit de massa en zegt ze dat ze ook naar Takoradi moet en ons zal helpen. Ze maant een verkoper langs de straat aan om op te schuiven op zijn bankje en zegt ons te gaan zitten. Ze belooft ons te komen halen als er een trotro die richting uitgaat. Medaase! Na een halfuurtje het feestgedruis te zitten aanschouwen (het is net alsof Ghana de Africa cup voetbal gewonnen heeft), sleurt ze ons opnieuw de straat over om in de juiste trotro plaats te nemen. Een snelle en comfortabele rit en 2,5 uren later, arriveren we in Takoradi. Wanneer ik vraag of ik daar rechtstreeks een bus naar Swedru kan vinden, droppen ze mij aan het juiste station, super! Snel Marieke uitgewuifd die richting Accra moet en plaatsgenomen op een comfortabele bus. Ik vind snel de juiste bus, die gelukkig al goed vol zit en dus snel vertrok. Net voor we vertrekken komt er nog even een vrouw prediken over God en godsdienstige liedjes zingen, waarop velen haar geld geven. Ik dacht een goed plaatsje naar een stille man uitgekozen te hebben, maar dat bleek al snel mis. Hij zat bijna op mijn schoot en zei constant dat ik hem moest meenemen naar België, dat blanken zo slim zijn en alles hebben wat ze willen. Hem een realistischer beeld van Europa scheppen, bleek te hoog gegrepen. Na 3,5 lange uren discussiëren, komen we aan in Swedru, net in een gigantische stortbui. Ik schuil met nog 12 anderen onder het parapluutje van de telefoonkaartenverkoper en hou de aankomende trotro’s in de gaten. Na 40 minuten komt er eindelijk een trotro die richting Oda gaat en rustig wandel ik ernaar toe. Al snel werd ik bijna onder de voet gelopen door (niet overdreven) zeker 50 Ghanezen. Waar ze allemaal uit kwamen gekropen weet ik niet, maar het werd snel duidelijk dat het een heus gevecht zou worden om in de trotro te geraken. Elleboogstoten werden uitgedeeld, stukken van mensen geraken in de trotro terwijl andere stukken uit de trotro blijven hangen. Manman, ik dacht dat ik bij het binnenkopen in het stadion voor het U2-concert al wat gezien had qua duw- en trekwerk om ergens te geraken, maar dit kon er toch niet aan tippen. Ik blijf wat dwaas in de gietende regen naar de menigte kijken en zie in mijn ooghoek een nieuwe trotro aankomen die niemand in de gaten heeft. Ik vraag of ze naar Oda gaan en dat blijkt zo te zijn. Ik laat rustig de mensen uitstappen, maar de andere wilde menigte had ondertussen ook al de trotro opgemerkt en stormt onze richting uit. Ik probeer mijn eerste plaats te handhaven, maar mocht een vrouw in de trotro mij niet met haar twee handen vastgehouden hebben was ik zeker verloren. Er ontstaat weer heel wat gebekvecht en er wordt gediscussieerd. De begeleider blokkeert echter de ingang zodat er niemand in kan. Een vrouw in de trotro wordt razend en gebruikt in haar betoog constant het woord obruni. Geen idee wat ik verkeerd gedaan heb. Mocht ik nu nog met een briefje van 10 cedi staan zwaaien hebben voor een plekje in de trotro zou ik het nog kunnen begrijpen, maar ik probeerde net zonder elleboogstoten een beetje assertief te zijn in de massa. Uiteindelijk zegt de begeleider dat het 3 cedi in plaats van 2,20 cedi is en wanneer ik “ok” zeg, laat hij me erin. Ik vraag aan de vrouw of ik iets verkeerd gedaan heb, maar ze zegt van niet. Opnieuw dus een interessante discussie gemist. Er werd opnieuw gestapeld (7 mensen op 3 zitplaatsen) en wanneer we willen vertrekken loopt er nog een kwade man enkele tientallen meters mee, terwijl hij een man in de trotro een vuistslag wil geven. Gelukkig geraken we zonder bloedbad van hem verlost. Ook de verdere rit verloopt tumultueus. De chauffeur reed nogal geagiteerd en als je mensen stapelt is het dak van de trotro uiteraard dichter bij wanneer je onvoorzichtig over putten en bulten rijdt. Telkens weerklinkt gegil en er komt veel commentaar op de rijstijl, waarop de chauffeur een aantal keren stopt en roept dat iedereen stil en rustig moet zijn, of dat hij anders niet verder rijdt. Bij één van de stops, zeggen ze mij plots dat ik vooraan moet gaan zitten. Ik weet niet waarom, maar het is alvast iets comfortabeler, hoewel de naderende putten en korte bochten mij toch een aantal keer de ogen deden sluiten.

Na 1,5 uur arriveren we, opnieuw in de gietende regen, in Oda. Ik wandel naar huis en wordt daar opnieuw warm ontvangen. “Ik heb je zo gemist!” Ik vraag me af of het waar is. We eten banku met onkruidsoep, lekker! ’s Avonds kreeg ik ook opnieuw een armbandje. Wanneer ik een aantal potloden aan de stiefzoon wil geven, zegt Akua Mariam dat Akosia dat later zal kunnen gebruiken. Deze keer ben ik echter wel op mijn strepen blijven staan en zei ik dat ik er ook nog had voor Akosia maar er ook aan de stiefzoon wilde geven. Ik toonde ook de andere toffe potloden en zei dat ik ze aan de gemeenschap wilde uitdelen. Ze beloofde ze morgen samen met mij uit te delen. Ik ben benieuwd! ’s Avonds zeggen een aantal mensen ook dat ik de Ghanese vormen heb, of ze ermee mijn dik achterwerk en billen bedoelen, laat ik liever in het midden. ;-)

Tot slot nog enkele `wist je dat`-jes:

Wist je dat…

… ik al meer dan een week van hetzelfde (gekregen) brood aan het eten ben en het elke dag iets harder wordt? Vandaag was er zelfseen beetje schimmel te bespeuren. Hopelijk was dit het laatste stukje.

… de zone net ONDER de borsten tot net boven de knie hier bedekt moeten blijven? Borsten zijn geen probleem.

… in hetzelfde thema de grootmoeder ook steeds minder kleren draagt en aangezien de zwaartekracht hier al meer dan 70 jaar vrij spel heeft en de tand des tijds ook zijn invloed heeft, dat voor een niet zo fraai zicht zorgt.

… alle vrouwen een ketting rond hun middel dragen die ervoor moet zorgen dat ze de juiste vrouwelijke vormen krijgen en behouden.

… vele vrouwen hier pruiken dragen omdat ze recht haar willen hebben zoals Westerse vrouwen. Ontdekt toen ik tijdens een nekmobilisatie plots een pruik in mijn handen had. En dit is meer dan één keer gebeurd!

Bedankt voor de interesse, het lezen en de fijne reacties en graag tot een volgende!

Akosia

 

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

11 Reacties

  1. Inge verhue:
    7 december 2012
    Hey wijze madam....
    Weer met veel belangstelling je avonturen gelezen ! Grappig, herkenbaar, maar af en toe ook schrijnende situaties. Ik hoop dat je de kinemensen daar beetje techniek, maar ook wat discipline kunt bijbrengen ! Want dit is vaak wat daar in afrika ontbreekt... beetje te veel rekenen op de blanken soms.
    Geniet alleszins van je tijd daar, maar naar ik lees doe je dat met volle teugen !
    Grtjs ;-)
  2. Liene:
    7 december 2012
    hela,

    vorige week met 0-12 gewonnen tegen Wenduine...
    zondag de clash tegen 'Meubeleke', maar tsneeuwt hier, dus nog niet zeker dat het door gaat.
    hopelijk uitstel tot in januari zodat je terug kan meedoen. ;)
    tot snel
  3. Joseph depraetere:
    7 december 2012
    Maaha Akosia obrunietje...
    nog geen goesting naar ne vette pot frieten met ne malsen chateaubriand ipv die viskoppen ??...nog geen goesting om weer blanke lijven met je pollekes te bewerken ipv die zwarte massa's ?? Als 't week-end voorbij is blijft ons P-ceetje continu op stanby om het biebke te horen vanuit het zwarte continent.
    Dan staat tante Rosine te drummen om als eerste jouw boeiende pagina's te lezen. Zou je er niet aan denken om alles in een beklijvend pocketje te laten verschijnen bij jouw terugkomst ? Dan kan je net zoals nonkel Roland nog een aardig centje bijeen sprokkelen voor het goede doel.. Mogelijke titel "Dagboek van een obruni " of "Houston we have a problem met als ondertitel "hoopvolle pogingen om onze zwarte medemens wakker te schudden in Akim Oda"
    Hoe dan ook ...de matras is gedraaid en 't zal voor jou allemaal veel te snel voorbij zijn...voor ons echter is het al aftellen tot we je weer in volle glorie kunnen zien.
    ........keep alive and kicking !!.........Een knuffel vanuit Waregem.
  4. Roland D'Hondt:
    8 december 2012
    Dag Katrijn,

    Het is bewonderenswaardig hoe jij je schikt in die voor jou ongewone toestanden. Ik kan enkel mijn waardering uitspreken voor zoveel vitaliteit en moed. Een hele levenservaring. Het ga je verder goed en hou vooral vol!
    Groeten,
    Roland en Agnes
  5. Mama:
    8 december 2012
    Hallo Akosia (Zou bijna je echte naam vergeten),

    Blijkbaar stel je het daar prima ondanks de frustraties op je werk en de tegenstellingen met Europa. Als ik je verhalen lees denk ik soms: " Wat een zotte boel is dat daar, die mensen denken niet vooruit..." Maar zij zijn daar ook gelukkig met hun gewoontes en misschien nog gemakkelijker dan hier waar alles op voorhand gepland moet worden en daardoor weken vooraf de stress al toeslaat.
    Iedereen hier denkt aan je en er wordt veel over je gebabbeld. Je doet het daar dan ook uitstekend. Ik mag best wel fier zijn op mijn dochter ;-)

    Dikke kus van maame.
  6. Renaat Terras:
    8 december 2012
    Hoi,Katrijn,
    Eigenlijk heel prettig om al je avonturen te lezen en tegelijkertijd bewondering hoe jij je staande houdt in deze moeilijke leefomstandigheden!Vooral het gebrek aan hygiene (toilet) en properheid (bij het eten) zouden mij doen murwen! En dan brood eten dat reeds 8 dagen oud is en vis moeten eten die daar enkele dagen ligt zonder noemenswaardige koeltechnieken,ik denk dat ik helemaal over de rooie zou gaan!
    En,Katrijn,gebruik vooral ook wat meer assertiviteit,geef je crew en vooral Esther nen fermen schop onder hun achterwerk en laat hen ook maar wat zweten en neem zelf regelmatiger een pauze! Gezondheid voor alles!!!
    Tot een volgende blog,ik kijk er reeds reikhalzend naar uit!
    Vriendelijke groeten,obibini!!
    Renaat!
  7. David en co.:
    10 december 2012
    Hey nichtje,

    met grote belangstelling lezen we jouw avonturen in Ghana en zonder het te weten bezorg je ons een beetje ontspanning gezien we soms wel krom liggen van het lachen om die zotte toestanden die je beschrijft en ook wel omdat ik heel veel zaken mij levendig kan voorstellen. Het is wel duidelijk dat Egyptenaren ook afrikanen zijn want heel wat toestanden komen mij bekend voor, hoewel ze daar in het zuidwesten toch wel de kroon der absurditeit spannen ; ). Ik kan me bv. precies voorstellen hoe het is om in zo'n trotro bijna letterlijk één te worden met de lokale bevolking en haar flora en fauna... een mengeling van lichaamsgeuren, allerlei soorten recipiënten die de meest onwaarschijnlijke dingen bevatten. Is het niet fantastisch om je los te kunnen maken van je westerse gewoonten en je te laten onderdompelen in een totaal andere cultuur? Ik vind het fijn te lezen dat we zonder het te weten zoveel gelijkenissen hebben, moet dan toch ergens in de familie sluimeren ; ).
    P.S. IK ga dit mailtje in 4 delen moeten sturen gezien het maar 2000 tekens mag bevatten...(dat zeggen ze dan als je het wil verturen ; ) bijna Afrikaanse toestanden)... wordt vervolgd
  8. David en co.:
    10 december 2012
    Jouw verhalen nemen ons bijna letterlijk mee naar Ghana en dat vind ik zo tof, ik heb eigenlijk wel spijt dat het internet in mijnen tijd nog niet aan de orde was en dat alles per brief moest gebeuren, waarin je natuurlijk niet zo uitgebreid kan vertellen omdat je in die hitte en met de alomtegenwoordige insecten al blij mag zijn dat je een deftige brief afkrijgt. (Zo hebben mijn ouders en Ingrid nooit zo'n gedetailleerde indruk kunnen krijgen van het wat en hoe in Egypte. Wel had ik heel wat beeldmateriaal maar da's toch niet hetzelfde... en met die dia's van toen kon je ook geen 300 foto's op een avonduitje maken ; )) Toch had het ook z'n charme maar zo'n reisblog is nogal wat anders. Terwijl ik alles in mijn kriebelgeschrift in allerlei vreemdsoortige schriftjes heb neergepend - die wellicht nooit nog iemand zal kunnen ontcijferen, door de omstandigheden in dewelke ik heb moeten schrijven, heb jij alles mooi leesbaar (en zoo goed geschreven) neergepend en doorgestuurd waarbij tegelijk ook een backup bestaat van je verhaal. Waar wij onze dagboek zo goed en zo kwaad mogelijk ook per brief trachtten op te sturen in de hoop dat deze aankwam...(we nummerden de enveloppes zodanig dat de thuisblijvers wisten wat de oorspronkelijke volgorde was als er weer eentje weken later toekwam wegens omzwervingen rond de wereldbol...

    wordt vervolgd
  9. David en co.:
    10 december 2012
    Jouw verhalen nemen ons bijna letterlijk mee naar Ghana en dat vind ik zo tof, ik heb eigenlijk wel spijt dat het internet in mijnen tijd nog niet aan de orde was en dat alles per brief moest gebeuren, waarin je natuurlijk niet zo uitgebreid kan vertellen omdat je in die hitte en met de alomtegenwoordige insecten al blij mag zijn dat je een deftige brief afkrijgt. (Zo hebben mijn ouders en Ingrid nooit zo'n gedetailleerde indruk kunnen krijgen van het wat en hoe in Egypte. Wel had ik heel wat beeldmateriaal maar da's toch niet hetzelfde... en met die dia's van toen kon je ook geen 300 foto's op een avonduitje maken ; )) Toch had het ook z'n charme maar zo'n reisblog is nogal wat anders. Terwijl ik alles in mijn kriebelgeschrift in allerlei vreemdsoortige schriftjes heb neergepend - die wellicht nooit nog iemand zal kunnen ontcijferen, door de omstandigheden in dewelke ik heb moeten schrijven, heb jij alles mooi leesbaar (en zoo goed geschreven) neergepend en doorgestuurd waarbij tegelijk ook een backup bestaat van je verhaal. Waar wij onze dagboek zo goed en zo kwaad mogelijk ook per brief trachtten op te sturen in de hoop dat deze aankwam...(we nummerden de enveloppes zodanig dat de thuisblijvers wisten wat de oorspronkelijke volgorde was als er weer eentje weken later toekwam wegens omzwervingen rond de wereldbol...
  10. David en co.:
    10 december 2012
    Wij leven hier zo'n beetje op z'n afrikaans met 4 in een kamertje in onze bijbouw sinds juni al, wegens ons groot verbouwavontuur. Het wordt nu wel heel koud 's nachts met de temperaturen die flirten met het 0-punt. Maar jouw verhalen houden ons warm en doen ons nog eens hartelijk lachen, want je hebt een heel grappige schrijfstijl. Wij zijn er hier ook van overtuigd dat je er een boek moet van maken. Er is trouwens een markt voor, vooral de reisverhalen van vrouwen die alleen op reis gaan naar niet zo evidente landen. Zo is er een reisverhaal van een vrouw die per motto door het midden oosten gereden heeft. Maar jouw verhaal is tegelijk heel persoonlijk, daarom spreekt het ook zo aan.
    Ik hoop dat je de laatste weken nog heel wat mooie momenten mag beleven maar de levenservaring kan nu al niet meer stuk en je zult wel merken dat je van zo'n reizen echt (levens-)wijzer wordt. Ik hoop ook dat je het veilig kan houden zoals tot nu toe en vooral ook gezond mag blijven, want als je ziek bent is het net eventjes minder leuk dan anders niet ? Draag vooral goed zorg voor jezelf !
  11. David en co.:
    10 december 2012
    P.S. Volgende keer zal je wel je oordopjes niet vergeten zeker ; )? Maar je zal ongetwijfeld wel katoenpropjes hebben in je EHBO-kit als de nood het hoogst is... je wordt wel vindingrijk in zo'n omstandigheden niet ?
    P.S. In het begin had ik wel zoiets van: eet toch niet van die ijsjes in plastiekzakjes... (die heb ik toch links laten liggen in het noorden ; ) maar de vis die smaakte !!)

    hou je haaks en ik hoop dat als je terug bent dat we eens lang kunnen babbelen en van gedachten wisselen.

    P.P.S. wist je dat Ingrid 2 nonkels had die als missionaris in Congo hebben gewerkt (in de tijd van de tropenhelmen en de lange baarden) ? Nu helaas allebei reeds overleden.

    veel groetjes en tot hopelijk binnenkort eens ?
    David en co.